Dorpelingen in de Indiase deelstaat Andhra Pradesh hebben een pilaar van een boeddhistisch bouwwerk gevonden die vermoedelijk dateert uit de eerste eeuw na Christus. Inwoners van Chandaluru waren bezig met werkzaamheden voor de bouw van tempel voor de godheid Shiva toen de pilaar werd ontdekt.
De pilaar is uitgehouwen in kalksteen, dat volgens deskundigen meestal wordt gebruikt in boeddhistische structuren. Beelden van Hindoeïstische goden die in de regio gevonden worden, zijn meestal gemaakt van rode steen, zwarte steen of andere materialen. De vondst betreft een zogenoemde Aryaka pilaar, die in het boeddhisme als nobel wordt beschouwd. Het is een van de vijf zuilen die in de vier hoofdrichtingen van een boeddhistische stoepa zijn gebouwd. De vijf pilaren zijn bedoeld om de vijf fasen in het leven van de Boeddha weer te geven: geboorte, verzaking, het bereiken van verlichting, het geven van de eerste preek en Mahaparinirvana.
Mogelijk is in het gebied een boeddhistische stupa aanwezig geweest die dateert uit de Satavahana-periode. In deze regio worden meer boeddhistische gebedsplekken ontdekt die uit de eerste tot de derde eeuw na Christus stammen. Deze specifieke zuil stamt uit het Satavahana-tijdperk. Het snijwerk is eenvoudig, wat aangeeft dat het behoort tot de Theravada tak van het boeddhisme.