In de zomer trok ik met partner, de moeder van mijn kinderen en de twee kinderen zelf, voor een maandlang verblijf naar de Franse camping Du Lion in Bourg-Saint-Andéol, gelegen aan een dode arm van de rivier de Rhône, tegen de Provence aan. Het was een heerlijke camping waar je zelf je plek uit mocht zoeken onder de bomen, organisch, met op een paar plekken een waterkraan en elektriciteitsaansluitingen. De code was: stilte. Geen radio’s of geschreeuw.
We gingen er heen met achter de auto een grote vouwwagen, een grote tent op wielen. Maar dat was niet altijd zo. Op een dag kocht ik ondoordacht een Fiat Panda, een soort kinderwieg op wielen waarmee we de 1100 kilometer lange tocht naar Bourg aanvingen. De auto was klein, heel klein, we moesten ons er liggend inproppen, de volwassenen. Op het dak bevestigden we een enorm pak met vakantiespullen voor vier weken – nee, geen aardappels of blikken voer en dat soort dingen, maar kleding en spullen om te koken en te leven, tenten. Dat pak was net zo hoog als het autootje zelf. Zeg maar in totaal meer dan drie meter.
We reden via de Route National en stopten onderweg in Franse dorpjes waar de totale bevolking uitliep om naar dat merkwaardige verschijnsel te kijken. De Panda en het enorme pak op het dak. Een blik met mensen ook.
De wagen was zo klein dat mijn lichaam de zithouding aannam, ook als ik in die dorpen even de benen wilde strekken. Ik liep in een soort z-vorm. De mensen dachten dat ik gehandicapt was, maar ik reed alleen maar in een Panda.
Toen we bij de camping aankwamen, begin van de avond, en we een plaatsje zochten in het groen, deden we dat onder de verbaasde blikken van de al aanwezige campinggasten, die zoiets nog nooit hadden meegemaakt. Wij ook niet.
Van de Fiat Panda werd gezegd dat die al roestte in de folder. Dat was ook zo. Dus die merkwaardige rit maakten we maar één maal zo. De panda werd ingeruild voor grotere auto’s van een Frans merk als we naar Bourg trokken. Dan onopvallend.
Mogelijk spreken ze in Franse dorpjes nog steeds over dat merkwaardig fenomeen, een Nederlands gezin met het enorme pak op het dak.
Ik denk nog vaak aan Bourg, waar het leven goed en ongecompliceerd leek. De rust en stilte, het varen in de rivier met een rubberboot, de vriendelijke mensen om ons heen.
Bourg.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
