Zaterdagmiddag, ik zit samen met mijn partner op een terras aan de Rotte, tussen dijkhuisjes in Terbregge. De zon schijnt behoorlijk fel, tientallen bootjes met mensen passeren in de loop der middag het terras. Velen zwaaien, ik zwaai terug.
Een boot met mannen vaart voorbij, ze zingen, schreeuwen als kinderen als ze onder de Prinses Irenebrug doorvaren. Ze galmen. De brug gaat op een typische manier omhoog, gevijzeld. De brugwachter zit ergens anders. Hij spiedt met camera’s naar de toevoer. En praat met de bootgangers via luidsprekers.
Twee futen zwemmen onder handbereik, ze speuren naar vis. Eentje heeft beet, het visje van een centimeter of twintig spartelt. In een paar slokbewegingen is het weg. Eten en gegeten worden.
Ik denk aan mijn opa Johannes Vink, die voor de oorlog op Terbregge, toen nog een eigen dorp niet ver van Rotterdam, een dahliakwekerij had. Hij ontwierp de zwarte variant. Ik heb hem nooit gekend, hij was al gestorven toen ik werd geboren.
Zo breng ik de middag door aan de Rotte tussen de dijkhuisjes.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie