Het is vandaag Hemelvaartsdag, ik meen voor veel mensen een vrije dag, maar ik weet niet of dat ook voor het bedrijfsleven geldt. De Kloosterbunker is gewoon open. Zelf probeer ik mijn eigen hemelvaart uit te stellen door niet dood te gaan. Maar een ongelukje of een hartaanval zit in een klein Hoekje. Ik geloof dat hemel en hel geestelijke processen zijn en niet (fysiek) bestaan. Als je dood bent heb je er geen last meer van.
Wij lazen als kinderen en jonge mensen vroeger thuis boeken van de Arbeiderspers. Een van die boeken van Annie MG Schmidt ging over de liftboy Abeltje. Ik heb het talloze keren herlezen, zo bijzonder vond ik het, het boek, het avontuur. Het uitvliegen.
De kleine Abeltje Roef krijgt een baantje als liftjongen bij een groot warenhuis genaamd Knots. Hij krijgt van zijn baas meegedeeld dat hij niet op het bovenste (groene) knopje mag drukken. Maar op een dag doet hij het uit nieuwsgierigheid toch. De lift vliegt het pand uit, op weg naar een onbekende bestemming. Met hem zitten ook in de lift: Jozias Tump die vertegenwoordiger is in mottenballen, zanglerares Juffrouw Klaterhoen die vroeger nog les heeft gegeven aan Tump, en Laura, een meisje dat ongeveer van Abeltjes leeftijd is.
Ze komen in New York terecht. En in Perugona, een (fictief) land in Zuid-Amerika. Daar is net een revolutie aan de gang, en het toeval wil dat de lift precies in de buiten gebruik zijnde liftkoker van het regeringsgebouw landt. Ze worden voor spionnen aangezien en opgesloten. De lift vliegt verder naar Nieuw-Zeeland. Via het bloedhete middelpunt van de aarde graaft de lift zich een weg terug naar Nederland, waarna de lift ondersteboven weer in het warenhuis arriveert. Abeltje en zijn vrienden worden als helden onthaald. Aan het avontuur heeft Laura een konijn overgehouden, Sam, dat ze uit Amerika hebben meegenomen.
Ik vond het zo leuk van mezelf dat ik vandaag Abeltje kortsloot met de Hemelvaartsdag. Had ik toch een speciale beleving. Mijn moeder hield heel veel van de persoon Annie MG Schmidt, ze waren op dezelfde dag jarig. Mijn moeder Grietje schreef ook mooie teksten maar nooit over een liftboy.
Zelf had ik vier jaar lang -het dier zou maar één week blijven- een konijn te logeren: Abeltje. Ik bouwde een kartonnen gangenstelsel voor hem in de woonkamer. Maar het liefst zat Abeltje naast mij op de lederen bank. Of vrat hij stroomkabels stuk. Het leven is nooit saai.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie