16-4-1995 Gambia/Senegal. Visdag. In een houten sloep naar de mangrovebossen bij de Gambiarivier. Acht minivisjes uit het water gehaald. Nu de avond in het hotel. Op m´n terras drink ik Bloody Mary´s, binnen de inheemse wiet.
Moet een beetje m´n best doen om niet voortdurend naar mooie vrouwen te kijken. Ook de mannen zijn prachtig. Tenger, zeer gespierd. Vaak een smal gelaat met kleine, amandelvormige ogen. Gitzwarte, gave huid.
18-8 Gisteren excursie naar Zuid-Senegal. Afgelegen dorpjes, per boot bereikbaar. Brede, lome rivier. Mangrovebossen vormden massieve, onheilspellende oevers. Geen enkele associatie met het kolonel Kurtz-gevoel. Ik vond het juist heel sereen en rustiek. Maar er zal wel een donkerder Afrika zijn.
De dorpjes. Animistische mensen. Fetisjen aan reusachtige apebroodbomen. Een welkom van zingende en dansende kinderen op een gammele steiger. Aangeklampt door adembenemend mooie kroeskopjes. Wandeling door het dorp. Betrekkelijke armoede. Een stoffig, monotoon bestaan. De jongens worden besneden, de meisjes ook.
Geven de kinderen tijdens het ritueel van de besnijdenis een kik, dan worden zij en hun familie voor altijd met de nek aangekeken. De vrijwillige bijdragen aan de bevolking dienden in een collectemandje opgehangen aan een boom gedeponeerd te worden. Toch wel gênant.
Later gestopt in dorpjes gelegen aan een smokkelroute naar de grens met Gambia. We reden in een soort open legertrucks met een rieten dak. Hordes kinderen renden minutenlang als bezetenen achter de vrachtwagen aan. Door het stof, op blote voeten, hees brullend om pennen, snoepjes en dolani´s, de plaatselijke munt.
In een gehucht werden we vergast op traditionele zang en dans. Opzwepende ritmes van drums en conga´s. De vrouwen in fel bedrukte batikjurken. Hun dans ging van hoogtepunt naar hoogtepunt, steeds met ruime intervallen.
Toen we weer verder wilden een incident. Er werd iets gepikt van een Waalse man, er ontstond onrust. Geschreeuw over en weer tussen de begeleiders van de vrachtwagens en opgewonden dorpsjongens. Lange, tanig gespierde macho´s, van de vriendelijke soort, gehuld in jeans en Nikes uit Singapore.
Vandaag ontmoette ik in een bushtaxi Awa, en ik geloof dat we nu een beetje verliefd zijn. Ze was met een vriendin, beiden in keurig zwartwit schooluniform. Ik zat tussen hen in, onmiddellijk een geanimeerd gesprek. Adressen uitwisselen. Afspraak? Nu iets doen. Ik natuurlijk twijfelen. We gingen iets drinken op het strand. Wandelden later naar de compound van Awa´s stiefvader, in de tuin van een hotel twee kilometer verder.
Een armzalige hut was haar woning. In het vertrek haar bed, een schattig ledikantje met klamboe. Haar vriendin Nyiama maakte avances en deed zekere voorstellen. Op het strand liepen ze beiden dicht tegen me aan. Met mijn rechterarm voelde ik de volle borsten van Awa. In haar compound kleedde ze zich in mijn bijzijn om, liep rustig rond in een zwarte bh.
Stiefvader, oud, schonkig, lag languit op een sofa. Awa gaf me een zak pinda´s cadeau. Nyiama wilde me meenemen naar haar compound in Serekunda. Ik maakte subtiel duidelijk dat ik daar niets voor voelde. Awa had het meteen door. Op het strand streelden we heel even elkaars vingers. Zij, slim, deed het volgende voorstel: morgen pik ik haar om 16.00 op, en dan gaan we samen naar de compound van Nyiama. De blik in haar ogen en de hand op mijn schouders spraken boekdelen.
Geef een reactie