Al heel lang geleden interviewde ik de Nederlandse verzetsman en geheim agent Bram Grisnigt. Hij werd in september 1943, Nederland was toen door de Duitsers bezet, vanuit een vliegtuig gedropt en functioneerde een periode, tot zijn arrestatie door verraad, als verbindingsman. Grisnigt is inmiddels 94 jaar oud. Er is een boek over zijn daden geschreven.
Grisnigt was gisteravond gast in De wereld draait door. Het speet hem te moeten constateren dat zo weinig mensen oorlogsgraven bezoeken. Waar jonge binnen-en buitenlandse soldaten begraven liggen die omkwamen bij de bevrijding van Nederland. Bergen op Zoom, waar hij vlakbij woont, heeft er twee. Op de erebegraafplaats in Loenen liggen verzetsmensen begraven. Wat Grisnigt probeert te doen is een brug te slaan tussen dood en bevrijding, het geven van levens om anderen hun vrijheid te geven. De echte helden lopen niet op de aarde rond, ze liggen eronder, vindt hij.
Ik weet niet of je mensen kunt verplichten die graven te bezoeken. En te zien hoe jong die soldaten waren toen ze stierven. In het gezin waar ik in geboren ben werd altijd in de meimaand, maar ook op andere data, aandacht besteed aan de oorlog, zoals wij de Tweede Wereldoorlog noemden. Op vier mei waren wij stil en dachten aan omgekomen familieleden, onder andere door het Duitse bombardement op Rotterdam in mei 1940. Mijn ouders hebben die mensen gekend, mee geleefd en gesproken. Tot voor een paar jaar geleden was ik aanwezig tijdens herdenkingsmomenten op de avond van de vierde mei. In de duinen, op pleinen, in straten. Twee minuten stil. De zingende vogels vielen mij altijd op, op die doodstille momenten.
Vogels gooien geen bommen, vergassen geen mensen. Waarom zouden ze stil zijn. Stilte is voor mensen, het is altijd oorlog.
Michel Ball zegt
In de jaren 90 van de vorige eeuw bezocht ik enkele oorlogsgraven in Normandië. Ik heb daar staan te huilen als een kind.