De borden, kopjes en schaaltjes zaten in een doos in een hoek van een kamer in het vrijstaande huis waarin het erg koud was. Moet je eens zien, zei de vrouw des huizes, die een dikke trui droeg. Ze zette de doos op tafel en pakte uit. Een Japans servies, wijde theekoppen van een bekend merk, kristallen schaaltjes en ook nog een karaf. Ze zei ze te willen aanbieden op Marktplaats, naar het schijnt een virtueel veilinghuis. Zelf had ze er geen plaats voor. Het servies en de rest was van haar moeder die na een halve eeuw in een eigen huis noodgedwongen door ouderdom naar een voorportaal van de dood verhuisde. Een gebouw met zorg, nog niet zo erg als een verpleeghuis.
Het verhaal raakte me diep, afstand nemen van je mooie en dierbare spullen, niet omdat je er op uitgekeken bent, maar door de loop van het leven. Waar je met je gezin uit gegeten en gedronken hebt, waar herinneringen aan vast zitten. Het nakende einde heeft weinig ruimte.
Schalen, borden, kommen en een karaf staan nu hier in een speciaal daarvoor neergezette rode houten kast. Ik kocht ze voor een luttel bedrag, zo beschamend weinig dat ik het bedrag hier niet wil noemen. Gelukkig voel ik me geen eigenaar van het serviesgoed; ik ben slechts een beheerder, zo liet ik de echte eigenaresse weten. Ik zal er goed op passen, schreef ik haar, u mag ze altijd weer terug halen. En als ik noodgedwongen kleiner ga wonen omdat ik hartstikke oud en met de dood op de hielen loop, gaan ze naar mijn dochter die ook geen eigenaresse wordt. Is dat niet mooi, met elkaar delen. Geen eigendom te hebben maar beheerder zijn.