Gisteren had ik ook al ‘Het jaar 2017 – de achttiende dag’ boven mijn column gezet, maar het was de zeventiende dag van dit jaar. Nu is het dus de echte achttiende dag. Als je data hanteert kan je dus in de problemen raken. Vandaag wijzigde de webmeester van het BD ‘vijfde jaargang” van het Boeddhistisch Dagblad in ‘zesde jaargang’, zo lang of kort bestaan we al. Dat klopt wel. In maart 2012 werd besloten om een boeddhistische krant op te richten. Het Boeddhistisch Dagblad luidde de werktitel. En die is nooit gewijzigd.
De titel stoelt op het achtvoudige pad, die intentie is er. Dus anders dan enkele lezers denken wil dit dagblad meer bieden van alleen maar boeddhistisch nieuws. Zoals het dagblad Trouw meer in de kolommen zet dan kerknieuws. En De Volkskrant ook geen krant van het volk is en ook geen volkse krant. Het BD probeert dus te handelen op basis van het achtvoudige pad. Zo besteden we ook aandacht aan het milieu, dierenleed, vluchtelingen, mensenrechten, de situatie in Tibet en Birma en meer van die landen, consumentenbelangen, acties van Greenpeace en andere milieuorganisaties of de berichten van Varkens in Nood en Wakker Dier of foodwatch. Of geven we auteurs met andere denkwijzen de ruimte om die mening te ventileren. Waar leven is is boeddhisme en zijn er belangen die we willen belichten. Ik denk dat de Boeddha, mijn grote vriend, nu wel instemmend zal knikken als hij nog leefde.
Dus we leven in het jaar 2017 de achttiende dag in de zesde jaargang van deze krant. Het zijn afspraken die we ooit met elkaar gemaakt hebben: de tijd. Er kwamen klokken om die tijd bij te houden. Treinen rijden op tijd of niet. Was er geen tijd dan was er ook niet eerder of later, misschien wel het altijd nu.
Ik draag al vele jaren geen horloge meer. Overal wordt de tijd aangegeven. In huis, in de auto, op de gsm die tegenwoordig anders heet. Op de PC, het weerstation. Op perrons van stations, het is onmogelijk om geen kennis meer te hebben van tijd. Tot voor vijf jaar had ik nauwelijks besef hoe oud ik eigenlijk was. Ik was zo gelukkig. Ik leefde in een werkelijk tijdloze wereld, passend bij mijn leven, zonder duidelijke sturing, zo beleefde ik dat.
Wat me ertoe deed besluiten om over mijn echte leeftijd na te denken weet ik niet meer, maar ik schrok me dood toen ik in de real time leeftijd – wat een mooi woord leef tijd- terecht kwam. Het jeugdige onbezonnene gleed van mij af. Het doek werd opgehaald, al die tijd leefde ik in een zonder data decor. Elke dag ben ik me er tegenwoordig van bewust wat tijd is. Met elke ademtocht, ook in meditatie. In, uit, op, neer. Alle tijd. Jullie tijd. Ik had het nooit moeten doen, nadenken over tijd.