De omgeving waarin je zit bepaalt de mate van nieuwsgierigheid. Dat realiseert Chef zich op het moment dat hij dit schrijft. Nog geen half uur geleden keek Chef op tv naar een Nederlandse man die in Amerika deur aan deur mensen had opgeroepen om op Hillary Clinton te gaan stemmen. Dat kwam Chef wel bekend voor, heel lang geleden deed hij hetzelfde in Nederland, belde op de dag van de verkiezingen mensen op om te gaan stemmen op een sociaaldemocraat.
Tijdens de uitzending knalde het geluid van sirenes de Kloosterbunker in. Blauwe zwaailichten drongen de Bunker binnen. Chef bleef kijken naar de stemmenwinner. Zeker drie wagens met sirene en zwaailichten reden twintig meter lager door de straat waaraan de Kloosterbunker ligt. Chef bleef tv kijken. Het was geen desinteresse maar sirenes en zwaailichten zijn geen vreemd verschijnsel in Bunkerstad. Ze wekken geen nieuwsgierigheid op. Enkele weken geleden was Chef in een Brabants dorpje. Bij Appie was een vrouw onwel geworden, tientallen mensen stonden buiten voor de winkel haar situatie te bespreken en de kwaal waaraan ze leed.
Maakt Bunkerstad mensen immuun voor leed, voor brandweer-en zieken- en politiewagens op weg om mensen te redden? Beklijft het boeddhisme meer en beter in een grote stad of in een dorp? Zijn stedelingen nieuwsgieriger dan dorpelingen? Zomaar wat gedachten op een gewone vrijdagavond.