Chef was vandaag even in een straat in het Oude Noorden van Bunkerstad, waar ook de Kloosterbunker gevestigd is. Hij wilde net weer in zijn auto stappen toen hij op een honderd meter afstand een muziekproducerend vehikel de straat in zag en hoorde komen. Een draaiorgel. Niet voortgeduwd maar op de aanhanger van een auto gemonteerd. Tijden veranderen. De auto reed langzaam, dus het orgel ook. Het had geen invloed op de snelheid van de muziek maar maakte het de man die aan het mansen was- geld ophaalde in een ouderwets blikje, mogelijk om het orgel bij te houden. Chef weet niet of er muziekboeken in het draaiorgel lagen waarmee pinnen de instrumenten aanstuurden of dat de bevolking werd genept met cd-muziek uit een luidspreker. Tot zijn grote vreugde beloonden mensen de mansende man.
Chef weet nog uit zijn jeugd dat het een waar feest was als zo’n orgel de straat inreed. Meestal voortgeduwd door een man of vijf. Het orgel- de muziekboeken, werd in beweging gebracht door een man die in een gepast tempo aan een wiel draaide, de rechter- met de linkerarm afwisselde. Het kwam ook voor dat mensen op straat een dansje maakten op de vrolijke muziek. En bijna altijd was er wel een man, Gekke Henkie genoemd die meedanste.
Chef reed langzaam achter het orgel aan, hij kon niet anders. En ineens hoorde hij een liedje dat hem helemaal terugbracht naar vroeger tijden. Niet zozeer gekoppeld aan het draaiorgel maar aan de radio met ouderwetse buizen.
“Suikerbossie, ‘k wil jou hê,
Suikerbossie, ‘k zal jou krijg,
Suikerbossie, ‘k wil jou hê,
Wat sal jou mamma daarvan sê?”
Een nationaal volksliedje uit Zuid-Afrika, vanwege de gebruikte vervoeging van de werkwoorden ‘hebben’ , ‘krijgen’ en ‘zeggen’. Het was vroeger een populair liedje, waarin een jonge man naar de gunsten zocht van zijn geliefde Suikerbossie. Het werd door vele zangers gezongen, dat vrolijke liedje, gecomponeerd door Fred Michel (1898), Een van de bekendste versies was die wel van Doris Day en Frankie Lane, vergeef Chef dat hij de oude doos opentrekt. Wat leuk, dacht Chef, dat dat oude liedje bewaard is gebleven. Of zouden er geen nieuwe muziekboeken meer gemaakt worden?
In de Kloosterbunker zocht Chef Suikermoppie op het internet op. En niks geen oude doos, Suikermoppie is nog zo actueel als de neten. Het is niet alleen een koosnaampje voor een geliefde maar ook nog eens de naam van de nationale bloem van de Republiek Zuid-Afrika. En koekjes hebben die naam ook.
De Nederlandse zanger Stef Bos zingt het nummer ook.
Laat het noorden achter mij
De lage vlakte achter mij
Ik laat mijn land voor wat het is
Mijn huis, mijn haard en mijn bezit
Ik volg het spoor van oude schepen
Ver voorbij de evenaar
Ik volg het spoor van wie mij lief is
Zo heeft mijn hart de koers bepaald
Want Suikerbossie ek wil jou hê
Suikerbossie ek wil jou hê
Suikerbossie ek wil jou hê
Wat ook jou ma daarvan sal sê
Dan loop ons dalk so onder deur die maan
Loop ons dalk so onder deur die maan
Loop ons dalk so onder deur die maan
Ek en my suikerbossie saam
Mooie herinneringen liggen in een smalle winkelstraat. Wat een genot om te leven.
Marcel Rouweler zegt
Deze overpeinzingen, waarvoor veel dank Chef,
doen ook soms herinneren aan de veel gekoesterde observaties van Remco de buschauffeur van B.
Moge zijn pad een beloning zijn van zijn mededeelzaamheid en wijsheid.
G.J. Smeets zegt
Ik sluit me aan bij het eerbetoon aan busbaas Remco!
En ik sluit me aan bij de herinneringen van Chef. ‘Suikerbossie’ hoorde ik voor het eerst in 1959 toen mijn vader me meenam naar een revue voor mijnwerkers in Limburg. Er was eerst een goochelaar die dingen deed die niet konden en waardoor – ik zweer het – ik enige tijd later aan filosofie en meditatie verslaafd raakte. Daarna was er een luchtbuks schutter die borrelglaasjes op het hoofd van zijn assistente aan diggelen schoot. Hij stond op z’n kop met de rug naar haar toe, mikte via een spiegeltje op z’n schouder op het doel en miste nooit. Ik vermoedde, ongelovige die ik toen al was, dat er achter de coulissen de werkelijke schutter moest staan. Afijn, de revue eindigde met een optreden van Het Cocktail Trio (googlen!) dat o.a. ‘Suikerbossie’ ten beste gaf. Ik was perplex, suikerbossie kon niemand anders zijn dan het zwarte meisje dat een maand eerder naast ons was komen wonen.