Je zit in meditatie en je stelt je een immens blauwe, heldere lucht voor, zelfs geen klein wolkje te bespeuren, geen zuchtje wind, en de helderblauwe lucht strekt zich uit in alle richtingen, zover je maar kan zien…stralend, puur, zuiver….
De bodem waarop je zit, is van lazuursteen met een intens azuurblauwe kleur, transparant, doorschijnend. Over de oppervlakte van de bodem strekken zich gouden draden uit – schijnend in het licht – in alle richtingen van het kompas.
Op die grond van lazuursteen, van lapis lazuli, zit jij in meditatie. Door middel van die gouden draden voel je contact/verbinding met alle grond, met geheel de aarde en met alle levende wezens van de aarde.
In je meditatie begin je langzaam te bewegen, eerst voorwaarts, dan naar links of naar rechts, langsheen een of meerdere van die gouden draden. De ervaring van de beweging is aangenaam, zelfs opwindend; je hebt een gevoel van potentialiteit, van vrijheid tijdens het reizen.
Terwijl je sneller en sneller op de grond vooruitgaat, niet één keer achterom kijkend, besef je dat je vervoerd wordt in een auto, splinternieuw, met een stille motor, krachtig, een waarlijk schoon model. De auto wordt ervaren en gevoeld eerder dan effectief gezien en je aandacht is voorwaarts gericht, altijd maar naar voor en dit draagt nog meer bij aan het plezier van de ervaring.
Van ver zie je de vorm van een Boeddha en je past je richting aan, naar de Boeddha. Hij is groot en zit verstild in meditatie. De vorm van de Boeddha is onweerstaanbaar aantrekkelijk niettegenstaande je niet specifiek kan zeggen waarom. Je stuurt je voertuig naar hem, sneller en sneller langsheen het netwerk van gouden draden, het lijkt wel of alle gouden draden naar de Boeddha leiden. Naarmate je iets dichter komt, zie je dat de Boeddha een spiegel in zijn hand houdt en in die spiegel zie je jezelf voor het eerst in jouw auto.
Je versnelt en versnelt over de stralende, glinsterende grond. Eigenaardig genoeg besef je plots dat je niet dichter komt bij de Boeddha. De Boeddha blijft groot en verstild en onweerstaanbaar aantrekkelijk maar ver weg. Nog sneller en sneller ga je – tot je over de grond gaat vliegen – maar de vorm van de Boeddha vervaagt tot hij nauwelijks nog zichtbaar is.
Al wat je kan zien, is de spiegel die hij vasthoudt en daarin zie je jezelf en je auto gereflecteerd, helderder dan ooit.
Achter de auto, die langsheen het netwerk van gouden draden rijdt, zie je voor de eerste keer een slang die oprijst uit de uitlaat van de auto. De slang verduistert in zekere mate de schoonheid van het landschap onder je. Waar je auto ook maar rijdt, hij wordt gevolgd door deze slang. Waar je auto ook gereden heeft, zie je deze slang. Ze is duizenden en duizenden kilometers lang en ze wordt almaar langer en langer naarmate je verder en verder rijdt…hoe sneller je gaat, hoe sneller de slang zich uitstrekt. Haar lichaam is ongeveer de diameter van het deksel van een vuilnisbak en het duurt tientallen jaren, zelfs meer dan 100 jaar, vooraleer deze slang zich weer op natuurlijke manier verenigd met de aarde, met de grond.
Je hoort een stem, misschien zelfs de stem van de Boeddha. De stem zegt “Ik ben gestopt en heb geweld afgezworen voor alle wezens maar jij leeft teugelloos en ongebreideld, ongeremd jegens alle levende wezens. Nu is het jouw tijd om te stoppen.” Je beseft dat dit ongeveer ook de woorden zijn die de Boeddha sprak tegen de moordenaar Angulimala.
Snel wil je je voertuig doen stoppen en aan de kant zetten….voor het eerst laten staan op de stralende grond…. in de richting van de Boeddha en zijn spiegel. Overal rond jou hangt een mist, rook, die het zicht op de hemel belemmert, op het landschap, op de Boeddha. Het is moeilijk om helder te zien in deze mist: je hebt vertrouwen nodig om de Boeddha te zien en je de woorden te herinneren. Je weet dat deze mist niets anders is dan de slang die door je auto uitgestoten wordt. Dit besef is pijnlijk maar ook zuiverend. Het is wat men “apatrapya” noemt. Schaamte gebaseerd op respect voor de visie van de Wijze. Er is echter ook, samen met het pijnlijke van de schaamte, een gevoel van dankbaarheid voor wat je geleerd hebt. En er is ook vreugde voor de vrijheid dat voortkomt uit inzicht.
Je kijkt nogmaals in de spiegel van de Boeddha en je ziet dat elk van de gouden draden die het land bedekken vele, vele keren doorkruist worden, duizenden en duizenden keren, door auto’s en daardoor rijzen er meer en meer slangen op, hoog boven de wegen, en ze verduisteren de zon en het landschap in alle richtingen. Maken de aarde en de planeet kapot, in alle richtingen.
Je beseft dat, zelfs als jij nu stopt en dus luistert naar de woorden van de Boeddha, er velen, zeer velen, zijn die de woorden niet gehoord hebben en dus ook niet gestopt zijn. En het land – en de Boeddha – zullen verduisterd en versluierd blijven in talloze slangen tot vele, vele anderen ook gestopt zijn.
Nu de visie vervaagt, word jij wakker en nu je wakker wordt, besef je dat de grond van lazuursteen, transparant en stralend, de grond is waarop we leven, de aarde waarop we lopen, dit eigenlijke lichaam is de Boeddha.
Je voelt een sterk verlangen, een grote impuls om te werken voor het welzijn en het geluk van alle wezens, om elkeen te helpen “het geweld af te zweren jegens alle wezens en niet meer ongebreideld en teugelloos te leven”. We kunnen stoppen, en anderen ook helpen te stoppen, we hebben niets tekort, we hebben genoeg…
Vrij naar Lokabandhu (Engels ordelid).
Alles waarbij energie verbruikt wordt op basis van fossiele brandstoffen is verantwoordelijk voor meer dan 80% van de CO2 uitstoot op wereldschaal. De drie grootste verantwoordelijken zijn de industrie, de huishoudens (WIJ dus!) en het wegtransport.
“Ik ben gestopt en heb geweld afgezworen ten aanzien van alle levende wezens, ik leef niet meer ongebreideld en teugelloos”.
Filiep
Ujukarin zegt
Mooie meditatie en welkom op de site, Arthakusalin!
With folded palms,