Ik heb dit jaar in de Kloosterbunker geen oud en nieuw kunnen vieren vanwege de huisvesting van mezen, welgeteld 892. Een paar dagen voor de jaarwisseling kreeg ik een brief van de Oppermees met wie ik door het jaar heen contact heb met de vraag of ik zijn familie beschutting en veiligheid kon bieden op oudejaarsavond. Ze waren bang voor de knallen, afgerukte pootjes, vlerken en uitgerukte ogen, zei de Oppermees. Weliswaar was het verboden om in Kloosterstad vuurwerk af te steken maar hij was inmiddels op de hoogte van de wanorde en chaos in de maatschappij, waar gezag niet meer wordt erkend. En gieren en slechtvalken de macht dreigen over te nemen.
Ik peinsde me suf over die huisvesting, wilde in eerste instantie de kelderbox aanbieden, maar daar konden maar 211 mezen in zonder in de problemen te komen. En zo bracht ik de jaarwisseling met de kleindochter van zeevisser Thijmen door in een hotel in Kloosterstad. Nadat een timmerman een gat met luikje in de balkondeur had gezaagd om de mezen toegang te verlenen tot de Kloosterbunker. Met de Oppermees had ik afgesproken dat zijn familie de behoefte zou doen in de wc-ruimte omdat ik nogal ziekelijk gehecht ben aan mijn spulletjes: en zo gebeurde ook.
En zo overleefden de mezen de aanslagen op oudejaarsavond en het begin van de nieuwe nacht. Met brandweermensen, politieagenten en ambulancepersoneel liep het ook dit jaar weer slechter af. In het hele land werden ze door idioten bekogeld met zwaar vuurwerk, stenen en zelfs met flessen met brandbare vloeistof. Terwijl ze alleen maar hun werk deden, het handhaven van de openbare orde, het blussen van branden en het vervoeren van gewonde mensen. Ze zijn bang geweest, die hulpverleners, het zijn geen mezen die veilig waren in de Kloosterbunker. Al zijn ze hier altijd welkom.
Je kunt tegenwoordig beter een dier dan een hulpverlener zijn, besef ik, in een maatschappij waarin mensen honden in het pak steken, jurkjes aantrekken en ze knuffelen als kinderen. En ze kussen en vertroetelen. Lange tijd heb ik dat een zeer eigenaardig verschijnsel gevonden maar ik kan er nu wel iets meer mee leven. Honden (en vogels) gaan- op een enkele uitzondering na, geen hulpverleners te lijf. Dat doen alleen mensen – met bivakmutsen op.
Moge iedereen gelukkig zijn, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
Johan zegt
Ik ben met de hond naar Frankrijk gevlucht. In oktober zit het beestje al te trillen van de knallen van vuurwerk.
Hier in het dorp steekt niemand vuurwerk af en gaat niemand naar buiten om elkaar gelukkig nieuw jaar te wensen.
’s Avonds om 22.00 u gaan de straatlantaarns uit en is het pikdonker in het dorp zodat je bij helder weer de sterrenhemel kan zien zien. Om 7 uur gaan ze even aan tot het weer licht is. In de huizen zie je om 6.30u de lichten aangaan.
Voor de vogels wordt goed gezorgd. Er zijn speciale dakpannen en er zijn gaten in de gevel gemaakt zodat de vogels beschut hun nestjes kunnen bouwen op de zolders van de huizen en schuren. Joop,stuur je mezen maar deze kant op.
In het dorp wonen ook geen intellectuelen die de hele dag over boeddhisme of de toestand in de wereld praten, maar hier wonen eenvoudige mensen die hun hele leven hard op het platteland gewerkt hebben.
Hier in het dorp is de burgemeester geen gehaaide politicus die mensen met valse beloften een rad voor de ogen draait. Hier kan de burgemeester een landarbeider zijn. Als je iets voor elkaar wilt krijgen maak je een praatje met hem en kom je tot een oplossing.
Voor eieren, kippen en konijnenbouten kan je terecht aan de rand van het dorp. Daar heeft een man een flink stuk grond met een omheining waar de konijnen, kippen en ganzen gebroederlijk door elkaar lopen.
Als je langs loopt komen ze nieuwsgierig naar het hek lopen om te kijken of er wat te eten valt.
De bakker komt elke dag langs met zijn bakkerswagen. In Frankrijk is het verplicht dat er mobiele bakker langs komt als er in het dorp geen bakker is.
Tuinen hebben hier geen schuttingen of omheiningen en men respecteert elkaars grond.
In alle dorpen en stadjes hier in de buurt hebben de boeren als protest de namen van de dorpen onderste boven gehangen tegen de import van allerlei producten die van buiten komen. Het gaat ten koste van hun eigen producten.
Hier in het dorp heeft het leven stil gestaan. Je waant je terug in geschiedenis. Het dorp ziet eruit zoals 1850.
Mensen hier in het dorp weten waar het leven echt omdraait, maar ze spreken er nooit over. Ze doen het.
Wulf zegt
Heerlijk…!