Soms overvalt me het gevoel dat alles eigenlijk al eens gezegd is.
Neem nu de vijf wereldgodsdiensten en de duizenden stamgodsdiensten. Een summiere kennismaking laat al zien dat er in de loop van de mensheidsgeschiedenis heel veel zin ontdekt en gegeven is.
Dezelfde vermoeiende ervaring overkomt me als ik naar de geschiedenis van de filosofie kijk. Zelfs al houd ik me maar met een korte periode bezig of met één stroming, direct verbaas ik me over de uitputtende variatie aan inzichten.
Bij de zaterdagkranten krijg ik net zo’n gevoel, vooral als ik de columnisten lees.
De overmaat in de betekenistoekenning die typerend is voor onze tijd lijkt vooral een gevolg van de toegenomen individuele vrijheid. Mensen mogen buiten de lijntjes van de sociale controle denken. De media bieden een podium, vanaf de uitvinding van de boekdrukkunst tot de komst van de moderne sociale media.
Maar die zelfde zaterdagkranten laten ook de achterkant van de overmaat aan opinies en analyses zien. Er zit namelijk veel herhaling in. De overlap is de keerzijde van de variatie.
Zo toont de godsdienstfenomenologie de eenheid achter de veelheid aan religies. Allemaal hebben ze mythen en riten, het idee van iets heiligs, en een kijk op de dood. Soortgelijk heb je filosofieboeken die vooral de terugkerende dilemma’s in het filosofische denken opsporen.
En ja, zelf mag ik graag schrijven over de algemeen menselijke noemer van de betekenistoekenning, en dan vooral wat daar aan zingeving uit voortvloeit. Mijn ‘Kieswijzer Levensbeschouwing’ inventariseert de opties.
Ik herken me in de angst voor de overlap. Elke week vraag ik me af: heb ik hier al niet eerder dezelfde betekenis aan gegeven?
Maar betekenis geven aan het menselijke betekenis geven blijft een zinvolle uitdaging.
Tot volgende week!