Vroeger, toen ik als verslaggever voor papieren, gedrukte kranten werkte, werd de inhoud van de krant gerelativeerd door te zeggen dat ‘de volgende dag op de markt de vis er werd in verpakt’. Van dat verschijnsel zijn we met digitale kranten, zoals het Boeddhistisch Dagblad, af. Ik betwijfel ook of die stelling wel juist was. Journalisten kunnen zaken aan het licht brengen die het daglicht niet kunnen verdragen en relatieve eeuwigheidswaarde hebben omdat ze de geschiedenis veranderden.
Denk maar aan de Watergate-affaire, een Amerikaans politiek schandaal in de jaren 70 van de twintigste eeuw, waarbij bleek dat ongeoorloofde methodes waren gebruikt tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen van 1972. Het schandaal leidde in 1974 uiteindelijk door het speurwerk van de jonge verslaggevers Woodward en Bernstein tot het aftreden van president Richard Nixon. Of aan de steekpenningen die prins Bernhard aannam of de affaire van de oorlogsmisdadiger Menten.
Maar alle journalistiek werk is ook betrekkelijk en vluchtig. Nixon trad af, Bernard mocht geen legeruniform meer dragen en Menten kwam voor strafrechtelijke vervolging in aanmerking. Het ging om ethiek en waarheidsvinding door en van de journalisten.
Vroeger werd niet alleen de vis in de tweedehands krant verpakt, ook de kattenbak werd er mee gevuld. In arbeiderskringen werd de kont met de krant afgeveegd, koekenpannen gereinigd en mijn huishoudelijke hulp wreef er indertijd de ramen glanzend mee. Schaatsers stopten in koude winters kranten onder hun kleding. Kieren werden gedicht met kranten.
Ik ben dankbaar dat de papieren kranten ik ook in die zin een functie hadden. Alles is met elkaar verbonden.
Moedig voorwaarts!