Vanmorgen in meditatie merkte ik het al. De Goedmoedige Reus veranderde in een stuk chagrijn. Het was bijna fysiek waarneembaar: alsof ik kantelde, een bewustzijnsvernauwing had en hup, toen ik de ogen open deed begon het mopperen. De Wiener melange smaakte niet, de meditatie was klote, Schaap- de stoel, plakte, het Journaal had ook geen opwekkend nieuws- er waren 400 bejaarden meer omgekomen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar vanwege de hitte, en het opmaken van de krant wachtte. Ik sleepte me naar de werktafel, waarvan de verf na tien jaar nog niet droog is, en zag dat het niet regende en onweerde zoals voorspeld was, de planten op het balkon waren aan het verdorren en er was een stuk van een schaar afgebroken. Ik moest eigenlijk Bunkerstad in om een pakje op te halen, maar was te lamlendig om de deur uit te gaan. Waarom had ik geen hond om tegen te praten, of desnoods een kanarie. De hele dag was Bertus de Kauw niet te zien in de halfdode boom hier tegenover, wel twee duiven aan wie ik als soort toch al zo’n hekel heb. De hele dag rinkelde de telefoon niet die ik toch niet opneem omdat ik schuw ben maar toch aangeeft dat er mensen zijn die om de Goedmoedige Reus geven. Al was het maar een colporteur die belde. Zelfs het toetsenbord van de PC was traag. Ik dacht aan mijn ouders, opa en oma, oom Piet en tante Cor, die er ook al niet meer waren. Mijn hond Quintus en poes Bas, ook al dood. Aan de brief van Reaal waarin stond dat de uitkering bij overlijden niet is verhoogd door de lage rentestand. Ik wilde een eitje bakken maar die waren al een maand over de UVD heen. En volgende week wordt twee uur lang het drinkwater afgesloten vanwege reparatie aan de buizen. De boterhammen smaakten niet, er zat een gat in, was er een muis aanwezig? De koelkast sluit niet en waarom heb ik geen broodtrommel. De banden van mijn fiets zijn ook lek. Een paar dagen geleden kreeg ik een verkeersboete omdat ik in mijn BTW, de burgertruttenwagen, een veredelde kinderwagen, 5 kilometer te hard reed om op tijd bij de manueel therapeut te zijn. In wat voor land leven we.
Het lukte me zelfs niet om met mezelf in gesprek te gaan.
Ik dacht aan al die mensen in mijn netwerk die niet van mijn chagrijn op de hoogte waren en teksten stuurden aan De Reus die mij even heeft verlaten.
Mijn hoop is gevestigd op de meditatie morgenochtend, kantel ik dan weer of verzuur ik nog meer.
Het leven is geen pretje, lijden is mijn deel. In ieder geval vandaag.
Moedig voorwaarts!