Almachtige Boeddha, Verhevene, Heerser over de zes rijken, Uw naam zij geprezen, Uw liefde voor alle wezens in het universum is groot en bekend. U reikt de hulpeloze, de vertrapte, krijgers en slachtoffers, de open hand. Laat iedereen tot mij komen door Mijn Leer en zo het Nirvana te bereiken, zo laat u weten.
Almachtige, Verhevene, mijn Leraar, ik bid tot u en doe een beroep op onze vriendschap. Ik de aardworm die mij mag koesteren in uw Nabijheid, elke dag weer en het Pad mag gaan dat U ons aanreikte in al Uw Liefde voor mens en dier en de natuur, het Universum in zijn Grootsheid.
In Birma is een Fries, hij heet Klaas Haijtema, veroordeeld tot drie maanden dwangarbeid omdat hij in een zaaltje waar een boeddhistische dienst werd gehouden een stekker uit een versterker trok omdat hij niet kon slapen in zijn tegenover het zaaltje gelegen hotel waar hij verbleef. Zelf heb ik die neiging ook wel eens, Verhevene, als de herrie in mijn omgeving mij te veel wordt. Zo komt er elke week een man op een motormaaier het gras kortwieken rond Uw Kloosterbunker die ik van U mag huren. Daarna gaat de man met een straalpijp de blaadjes op een hoop blazen en knipt met een motorzaag de heggen en kapt met een motorbijl bomen. Verhevene, ik heb van U geleerd deze man niet te haten maar hem lief te hebben. Al zou ik zo maar Haijtema kunnen zijn.
Haijtema is een onwetende, Boeddha, Heer der heerscharen. Hij is gestraft voor het verstoren van een boeddhistische dienst, maar hij trok slechts de stekker eruit, de dienst kon gewoon doorgaan, ook zonder dat die in het zaaltje en op straat hoorbaar was uit luidsprekers. Luidsprekers zijn een middel om het ego te versterken. Hoor mij eens, hoe goed en ijverig ik ben, Boeddha, zeggen ze. Uw Leer heeft die lawaaipapegaaien, de roeptoeters niet nodig, Verhevene. Doch de monniken en leken gingen de straat op en bedreigden Haijtema. Hun boeddhistische beleving is zo dun als een eischil, door de afwezigheid van herrie, hun herrie, raken ze vertoornd, willen wraak. Wat zijn dat voor volgelingen, Verhevene, Boeddha, Meester, Alwetende. Wat hebben ze van U geleerd. Waar is hun compassie, het mededogen met eenieder, ook met Haijtema. Wat is dat voor land, Boeddha, waar de wet uw Leer zou moeten beschermen door het opleggen van gevangenisstraffen.
Ik vraag U niet om Uw macht in te zetten om Haijtema te bevrijden, hem op een wolk van Licht naar zijn familie en vriendin in Friesland te brengen. Haijtema is dom geweest, niet omdat hij een stekker eruit trok en de stilte terugbracht bij die monniken, maar omdat hij zijn emoties niet onder controle had. Al zijn drie maanden dwangarbeid wel een erg zware sanctie.
Boeddha, Verhevene, mijn Lieve Vriend, Schepper van de Leer die leidt tot het Nirvana, ik bid u: Stuur Uw vierendertig Toornige Gezellen naar Birma en laat ze daar alle luidsprekers vernietigen en er vergieten van maken. Maak een eind aan die onzin van de monniken om Uw Leer daar rond te bazuinen, laat ze terugkeren naar ingetogenheid, maak een eind aan grote ego’s. Ik smeek U dat, Heer Boeddha. Stop die door mensen bedachte regels, zogenaamd geënt op Uw denken en handelen. En als ze hardleers blijven, verander de monniken en leken die Uw naam misbruiken -ter meerdere eigen glorie- in zoutpilaren.
Dat vraag ik U, Heer Boeddha, met de aan uw Persoon verschuldigde hoogachting.
Vrede en alle goeds.
Ik buig voor U.
Ruud Heilhof zegt
‘En als ze hardleers blijven, verander de monniken en leken die Uw naam misbruiken ter meerdere eigen glorie in zoutpilaren’.
Dit gaat natuurlijk wel erg ver, en vind dit niet echt passen in welke boeddhistische traditie dan ook. Ik denk dat we eerst respect moeten opbrengen voor de tradities die in elk land weer anders zijn. Klaas Haijtema heeft de pech dat hij uit onwetendheid verkeerd gehandeld heeft: het is aan hem zijn karma ten goede te keren, en hier lering uit te trekken. Het is beter positieve gedachten naar hem uit te laten gaan.
Eleo Nora zegt
Het is een humorvol stuk geworden, bedankt Joop Ha Hoek, gelukkig kunnen we ook nog lachen. Namasté.