Onlangs verscheen in het Boeddhistisch Dagblad het artikel: Westers boeddhisme en de invloed daarvan op de Aziatische maatschappij, van Zeshin van der Plas.*
In het artikel schrijft hij over boeddhisme: ‘Voor de meeste Aziaten is het boeddhisme meer dan een religie of een ceremoniële bescherming. In Japan wordt het zelfs gezien als een leer, ontworpen als hulp voor de mens om meer inzicht in zichzelf en zijn relatie met de wereld te krijgen om op die manier zowel voor de wereld als zichzelf de angst en het lijden tot een minimum te beperken.’
En verder: ‘Zij die in het Westen boeddhisme beoefenen zullen zich boeddhistisch gedragen op basis van bewuste keuzes. Maar hun onbewuste en gewoontehandelingen zullen vanuit hun culturele opvoeding voortkomen.’
Ik haal deze zinnen uit het artikel aan om het verschil aan te geven in de benadering van het Oosten en die van het Westen.
Deze verschillende benaderingen herken ik ook in de haiku.
Voor haiku-meesters was/is de haiku de directe weergave van het moment: het moment niet verklaren, maar beleven. Zodra over deze weergave wordt nagedacht en de haiku wordt bewerkt, verdwijnt de frisheid van het moment.**
‘De bloesem of de maan kunnen lente of herfst suggereren, maar mogen geen ongebreidelde fantasieën over liefde, smart of verlatenheid opwekken.’ *** Wat je zegt is wat je ziet.
En daar zit het verschil met de westerse benadering. De traditie van poëzie in het Westen bestaat uit schrijven, schrappen, herschrijven, modelleren van het gedicht, totdat het gewenste (van te voren bedachte) resultaat is bereikt. Bloesem of maan staan dan niet altijd voor bloesem of maan, maar kunnen inderdaad een uitdrukking van liefde of smart zijn.
Daar zie ik de ‘onbewuste en gewoontehandelingen vanuit onze culturele opvoeding’ uit het artikel van Zeshin van der Plas. Uitzonderingen daargelaten, is het voor dichters, geboren en opgevoed in de westerse cultuur, vaak moeilijk om over te schakelen naar de ‘directe weergave van het moment’. De geest wil nadenken, aanpassen, mooier maken.
Maar is dit erg?
Is dit een om zeep helpen van de haiku? Of is dit een verrijking?
Cultuur, dus ook poëzie, is in beweging. Het is ieders goed recht om vast te houden aan traditionele vormen. Maar het geeft ook een mogelijkheid om ermee te spelen. Het in elkaar over laten vloeien van de verschillende benaderingen. Met respect voor elkaars culturele achtergrond.
Ik geef een voorbeeld van beide zienswijzen. Oordeel zelf.
Eerst de spontane weergave van het moment:
koude wandeling
krokussen boven het gras
en één madelief
En de enigszins bijgeschaafde (westerse) versie:
winterwandeling
krokussen al in de knop
één madeliefje
Johanna zegt
Dank je zeer, prachtig en duidelijk beschreven. Nu begrijp, waarom ik als westerling tegen alle onbewuste cultuur invloeden in, vaak niet door de Westerse poëzie geraakt word en vaak juist wel door Oosterse. Ik hou zo veel van de directe waarneming, de eenvoud, die als een vinger wijst naar het onzegbare, waar geen mentale reactie aan te kwam.