Ik kom niet uit een ver land waaruit ik moest vluchten en ik heb ook geen asiel aangevraagd in de Lage Landen maar ik ben wel aan het inburgeren. Mijn hele lange leven al. Ik begrijp die nieuwe mensen wel die met vreemde ogen kijken naar onze gewoontes hier. Ze raken in verwarring omdat in hun lijf en hoofd hun eigen gewoontes aanwezig zijn. Ze zouden moeten kiezen voor de middenweg om hun koers te bepalen, als dat al mogelijk is. Om niet verward te raken.
Sinds mijn geboorte burger ik al in. Inburgeren is wat anders dan aanpassen, het is een proces van meten en wegen. Het geweten speelt een rol, wat doe ik wel en niet. En ik vorm mee, daar ben ik me wel bewust van. Ik maakte in mijn leven kennis met vreemde gewoonten en begrippen, kerk, politiek, bedrijfsleven, Sint en Piet, de Paashaas, hippies, gelovigen en ongelovigen, macht en misbruik, en net als ik in mijn comfort zone zat, veranderde de hele bliksemse boel weer en moest ik aanpassen en schaven om erbij te horen. Waar bij weet ik niet, ik heb een hekel aan groepen en groepsgedrag. Nooit is het rustig in mijn leven, de maatschappij. Ik heb me er bij neergelegd dat ik levenslang zal inburgeren, maar vind dat ook een uitdaging.
Verder wil ik ook mijn verontschuldigingen aanbieden aan tuinlieden, tuinmensen is een beter woord. In de omgeving van de Bunker is het dagelijks stil en rustig, vredig ook. Vandaag niet. De hele dag door was er een indringend, irritant geluid van een bladblazer te horen. En gezaag en gerommel. Ik keek naar buiten en zag tuinmensen aan het werk. Ik raakte verstoord en wilde roepen: kan het wat minder, ik ben er ook nog. Maar ik deed het niet. Je staat voor gek en voor je het weet lig je dood op de vloer met een hooivork door het hart gestoken.
U moet weten dat in de particuliere tuin rond de Bunker bomen staan die er slecht aan toe zijn. Als het regent vormen zich grote plassen- waarin ganzen kunnen zwemmen, rond de stam van die bomen. De wortels rotten weg. Er zijn ook nieuwe aangeplant maar die gingen dood. Aan het eind van de rumoerige dag keek ik naar buiten. Ik zag twee tuinmensen nieuwe bomen planten, met veel aandacht en liefde. En rond de grote, oude, doorweekte bomen hadden ze gaten opgevuld met nieuwe aarde. Ik schaamde me een beetje over mijn opstandige gevoelens, dat ik die tuinmensen had willen toeschreeuwen.
Moedig voorwaarts!
Poldermick zegt
Wat staat er ook al weer op de gevel van de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten ? ‘I have to change to stay the same’.
p.klene zegt
Tja, je hebt “tuinmensen” schoffelaars en hoveniers.
Het blijkt modern te zijn om met krijsend lawaai je tuin te moeten (laten) doen. Mijn schattige buurman is nu bezig met een bosmaaier van het merk “Gruwelijke Krijs” zijn gewas aan snoeien wat mij acuut naar binnen en achter het scherm doet vluchten. Ik doe zulke zaken al een leven lang, zo’n 70 jaar , met schoeischaar en een hark, en in het licht van de Dhamma vertik ik het om deze werkwijze anders dan voorheen uit te voeren. Dan maar minder productie, geen lawaai-overlast naar de buren en in de tuin werken (> 1500 m) als een actieve meditatie te doen.
Petra