Vanmorgen liep in de redactiebunker een driejarig jongetje rond. Om het hem naar de zin te maken lag er een kleurboek klaar met een doosje kleurpotloden. Het jongetje zette zich er gelijk aan. Hij begon een olifant te kleuren. Toen ik de tekening later bekeek zag ik dat het kleuren bestond uit krassen, ook buiten de lijnen. Ik besefte: het inkleuren is een kunst, het binnen de lijnen blijven ook. De lijnen van vriendelijkheid, fatsoen, niet buiten de pot piesen, empathie, compassie, geven, geen racisme, geen wij en zij. Het jongetje is al weer weg, na mij een goede reis gewenst te hebben. Het kleurboekje ligt hier voor me op tafel. Het zet me aan het denken. Lijnen, inkleuren.
Het jaar 2017 – de zesenzestigste dag – binnen de lijnen
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, heimwee naar Chef, de Kloosterbunker, Bunkerstad, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen, het abonnement op te zeggen- wat niet kan. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren. De politiek de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan.