Het komt niet vaak voor maar soms word ik zo geraakt door een tekst die ik aan het redigeren ben, dat ik het redactiewerk even moet laten rusten. Vanmorgen overkwam het mij toen ik het verhaal van en over Cathalijne Zoete onder ogen kreeg. Ze beschreef daarin op een analytische maar ook bewogen wijze hoe zij met haar verschrikkelijke ziekte omgaat en de mogelijkheid om daar een eind aan te maken overweegt en verwerpt. Het verhaal greep mij zo aan dat ik moeite had om aanwezig te zijn. Ik voelde me opstijgen, spartelde tegen en zat opeens weer achter mijn bureau te werken. Aangedaan, dat wel. Langzaamaan keerde ik weer terug in mijn ik en bestaan.
Als journalist en volger van de dhamma zit ik in hetzelfde vel. Twee critici op één kussen. Journalistiek bedrijven betekent zaken tegen het licht houden. Ook het boeddhisme met al zijn vreemde uitwassen. Journalisten zijn zevers, ze zeven woorden, zinnen, alinea’s en geschreven pagina’s. Meer dan gewone mensen zijn ze kritisch op wat ze zien, lezen en meemaken. Om tot de kern te raken, te duiden. Al beseffen ze dat de waarheid niet bestaat.
Journalistiek kan leiden tot kilheid, pantsering, altijddurende onderzoekdrift. Daarom is het goed dat er mensen zijn die met mooie, soms droevige verhalen komen. Waarvan het hart overstroomt.