Het plofje was goed hoorbaar in de stille Kloosterbunker van het Boeddhistisch Dagblad. We dronken net zwijgend onze zoete Wiener Melange op, toen het Lieveheersbeestje op de vensterbank van de Bunker viel. Plof. Het leek een jong dier. De vleugeltjes gespreid, onzeker om zich heenkijkend, waggelend lopend. Wij zijn ons aan het trainen in het niet-weten en niet-handelen. Echter, gelijk kwam de gedachte voorafgaand aan handelen op: wat doen we met het diertje. Houden we het binnen in de droge, te warme ruimte, me het gevaar dat ze in de stofzuigermond van onze Willemijn terecht komt en de rest van het leven in de donkere hel van Siemens (1800 zuigkracht) moet verblijven of openen we het raam om vrijheid binnen te laten. Buiten is het fris en stormt het. Het Lieveheersbeestje- wat een naam eigenlijk, maakte zich uit de voeten en verdween spoorloos. We laten het maar zo. De Lieve Heer als leermeester. De grote vraag is: hoe kwam het diertje binnen en met welke boodschap. Als we het weten laten we het jullie weten. En tot die tijd: zet ‘m op, naar beste vermogen. Willemijn hebben we drie weken met vakantie gestuurd.
Jeroen Kloppenburg zegt
Het lieve beestje zocht een plekje voor de winter. Mocht het lieve heerschap nog opduiken, ze overwinteren ook goed in schuren. Een veilig droog hoekje waar geen stofzuiger komt volstaat prima!