Een vroegere vriend van mij was erg nieuwsgierig, wilde graag alles weten, ook hoe mensen, vrienden ook, over hem dachten. Tegen de gevel van zijn woning hing een buitenlamp met daarin een microfoontje waarmee hij onzichtbaar gesprekken van mensen voor zijn deur kon afluisteren. Ook van bezoekers. Dan kon het gebeuren dat hij in zijn woonkamer hoorde ‘ik hoop dat die zak niet thuis is’ en dan vrolijk de deur opende en zijn vrienden welkom heette. Hij wist dan wat voor vlees hij in de kuip had, meten is weten.
Een andere vriend van mij was spion. Hij verbleef vaak in het buitenland om te spioneren. Ergens in een grote stad in een buitenland stond in een parkje een tuinbank waarop spionnen hun zaken bespraken. Zonder afgeluisterd te worden, in de open lucht. Wat ze niet wisten is dat dat bankje vol hing met microfoontjes van de veiligheidsdienst van dat land. Mijn vriend wist dat wel. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
We leven in een vreemde wereld met heerlijke, vreemde mensen.
Moedig voorwaarts!