Het jaarlijkse congres van boeddhistische monniken in Cambodja heeft gisteren afgekondigd dat monniken geen grappen mogen maken of komedie mogen gebruiken in hun preken om te voorkomen dat het boeddhisme wordt vernederd. Twee hoge hoofdmonniken van de Mohanikaya-sekte, Am Lim Heng en Noy Chrek, zaten de vergadering voor, die werd bijgewoond door provinciale hoofdmonniken uit het hele land om richtlijnen op te stellen die monniken moeten volgen.
Lim Heng zei dat de preek een serieuze uiting van het boeddhisme is, en dat monniken daarom geen grappen mogen maken of humor mogen gebruiken tijdens de preek van een ceremonie, omdat dit het belang van het boeddhisme kan devalueren of anderszins verminderen. Hij voegde eraan toe dat grappen de edelmoedigheid of het geloof van boeddhistische volgelingen in de dharma kunnen verminderen. Monniken mogen van hem geen grappen in hun preken opnemen of de Boeddha woorden in de mond leggen door te beweren dat hun eigen ideeën van de Boeddha afkomstig zijn. ‘Grappen maken of nutteloze woorden gebruiken tijdens een preek kan de jongere generatie verwarren over wat dharma is en wat een grap is, dus monniken in het hele land moeten dit vermijden.’
De directeur van de Rural Monks Association of Cambodia en tevens hoofdmonnik van Wat Chas, Ear Raden, vindt echter dat een beetje grappen maken in de preken zou moeten kunnen, omdat boeddhisten zich daardoor gelukkig voelen als ze tijdens ceremonies naar de dharma luisteren. ‘We kunnen een preek bijwerken door een klein grapje in te lassen, maar niet veel natuurlijk.’