Hé Joop, zegt mijn jongste kleinzoon van zeven-en-een-half als hij mij buiten op het grasveld voor het huis van zijn ouders begroet. Ik moet een beetje grinniken maar niet zichtbaar achter mijn mondmasker omdat hij van zijn ouders mij niet mag tutoyeren maar opa Joop moet zeggen, of opa maar geen Joop.
Mijn dochter noemt me sinds het moment dat ze kan praten Joop, iedereen noemt me zo, behalve de webmeester van het BD en kunstenaar Sodis Vita die me chef noemen omdat ik de hoofdredacteur van het BD ben.
Mijn kleinzoon en ik doen een praatje pot, ik vraag hem of hij al schoolvakantie heeft en we praten over de naderende kerst. We eten in de tuin en hij wil naast me zitten aan tafel en noemt me Joop. Mijn dochter grijpt in en zegt dat hij aan mij toestemming moet vragen mij te tutoyeren. Hij buigt zijn hoofd dat is een stap te ver voor hem, dan wordt het officieel. Ik help hem door te zeggen dat hij mij mag noemen hoe hij wil. Dat lucht op en hij roostert marshmallows aan een stokje voor mij op de barbecue. Hier, opa.
Moedig voorwaarts!
Bert Dorrestijn zegt
Wat een blijmakend stukje tekst! Gedeeld geluk is dubbel geluk beste Joop