De kilo gedroogde abrikozen paste net in de bruine ouderwetse papieren zak met daarop de naam van de reformzaak waar ik regelmatig mijn eten haal. Het is een winkel met een hoog Jiskefetgehalte. Ietwat schemerig, houten rekken met waren. Geen muziek of schreeuwerige reclames. Een man en een vrouw helpen er de klanten, ze dragen een stoffen jas uit de vijftiger jaren. Ik wist niet dat die nog verkocht werden.
Maar dat terzijde.
De abrikozen puilen in de winkel bijna uit de kilozak. Ik denk: zou de vrouw er een plakbandje om doen om te voorkomen dat de vruchten er tijdens de reis naar de Bunkerkeet uitvallen. Thuis pak ik de papieren zak uit de Claxwagen. Het papier is verfrommeld dichtgevouwen, niks geen plakband. De knuisten van de vrouw zijn virtueel zichtbaar in de plooien van het papier. Ik zou elke dag wel naar haar winkel willen gaan om te genieten van het ritueel van het dichtvouwen.
Moedig voorwaarts!