Een moeder van een 6-jarig zoontje heeft in Engeland om een verbod van Doornroosje op school gevraagd omdat dat sprookje het toonvoorbeeld van seksueel misbruik zou zijn. De prins in Doornroosje kust de prinses zonder instemming, en dat is een ’onbetamelijke seksuele’ boodschap die je niet aan wil kinderen wilt geven, zo vindt moeder. De vrouw wil nu een verbod op het voorlezen van het sprookje op school. Door de hele MeToo-discussie zag de vrouw een ’verborgen boodschap’ in het sprookje.
Ik sluit me volledig aan bij deze vrouw. En pleit er zelf voor om het sprookje van Hans en Grietje te verbieden. Zo nodig zal ik rijkswegen afsluiten om bussen met acteurs te blokkeren en voorstellingen verstoren waarin het sprookje wordt opgevoerd. Ik sluit me aan bij de YouToo discussie over het aanzetten van geweld en moord. Wat is er aan de hand?
Hans en Grietje wonen met hun vader, die houthakker is, en hun stiefmoeder aan de rand van een bos. Het gezin is erg arm. Op een nacht besluit de stiefmoeder, zeer tegen de wil van haar man, om de twee kinderen de volgende dag in het bos achter te laten, aangezien er niet genoeg eten meer is voor hen alle vier. De stiefmoeder verzint een list om de kinderen te droppen in het bos. Hans laat een spoor van kiezelstenen en later broodkruimels achter om het spoor naar het huisje weer terug te vinden. Vogels eten de kruimels op. De kinderen kloppen aan bij een huisje waarin een kwaadaardige heks woont, die wil Hans vetmesten en opeten en Grietje als slavin houden. De heks stookt het vuur op om Hans te koken. Grietje wil ze verbranden. Grietje, die zich dom voordoet, vermoordt de heks door haar zelf in de oven te duwen. Allemachtig.
Mijn moeder heette Grietje, vernoemd naar haar grootmoeder Grietje Barelds Jansma, een Friezin. Mijn moeder was niet dom, heeft niemand vermoord, had ook de intentie niet. Mijn moeder had ook geen oven en geen broer die Hans heette. Mijn moeder had helemaal geen broer, alleen Frans, haar man, en later ons, haar zes kinderen. Ze nam ons regelmatig mee naar bossen, maar liet ons nooit achter. Toch wordt ze in het zogenoemde sprookje van Hans en Grietje te kak gezet als een moordenares. Ik verbeeld me niet dat mensen op straat en in de winkel mij vreemd beginnen aan te kijken, mij mijden. Dat is de zoon van Grietje, the killer, pas op! Ik begin me onveilig te voelen, durf geen bos en pannenkoekenhuis meer in. Dit lijkt me wel genoeg om dat sprookje te verbieden. Toch…
Moedig voorwaarts!
Luuk Mur zegt
Mee eens, ik voel me ook gekwetst.