Het was zulk fijn weer toen ik vanmorgen aan het samenstellen van de krant begon. Zware, donkergrijze wolken en een krachtige wind. Mijn werktafel staat voor een enorm groot raam, waardoor ik de wereld in mijn omgeving aanschouw. De dode boom, de kouwen, de verwarde man, de verdwenen ganzen, mensen op een bankje, een kind dat buiten heel hard elke week ‘oma’ roept. Noem maar op.
Het zal toch niet waar zijn, dacht ik, toen ik de glimp van een zon achter de wolken waarnam. Het was waar. De zon overwon het van de nevel en brak door. En scheen recht in mijn gezicht. In the blind zette ik tekst klaar op het pc scherm, zag niets meer. Ik begon te mopperen, zelfs te schelden, ook een vloekje tussendoor. Want ik zat klem, helemaal klem. Door de krachtige wind kon ik de zonneschermen niet laten zakken en werd zo een gevangene van natuurlijke elementen waar ik- in een andere situatie, erg blij mee zou zijn geweest: wind en zon. Nu haatte ik de koperen ploert en Jan de krachtige wind. Ik hoop dat het morgen weer loodgrijs is.
Moedig voorwaarts!
Michel Ball zegt
Hoofd omhoog
de tijd zal leren
dat ook de kwaadste kansen keren