In deze haiku kan uit de bespiegeling in de eerste twee regels worden opgemaakt dat de dichter in de winter van zijn leven is. Die lijn wordt doorgetrokken naar de vorst in de laatste regel. Maar dat is wel wat voor de hand liggend. Misschien zelfs een ‘westerse’ gedachte. Vanuit onze traditie om poëzie te interpreteren en betekenis te geven aan het geschrevene.