Bij deze twee haiku’s treft me vooral het zomerse. Hitte, schaduw en de geur van (pasgemaaid) gras. Ik zie de hark staan, tegen de muur van het huis. Het gras is gemaaid en moet nog worden aangeharkt. Maar het is te warm, de hete lucht trilt boven het gazon en de tuinier zit binnen, in de koelte.