Hoe vertelde je, nog niet zo lang geleden, een klein kind dat het zijn broertje verloor? Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Je broertje is naar de hemel gegaan.’ Nu zouden we eerder een rationele uitleg moeten bedenken. ‘Je broertje is niet meer op aarde. Maar we kunnen nog wel aan hem denken.’ Ons kleine kind zal dan vragen: ‘Maar als mijn broertje niet meer op aarde is, waar is het dan?!’ Ons kleine kind brengt ons meteen weer bij af, wie niet meer op aarde is, moet logischerwijze toch in de hemel zijn? Of is er nog een andere plek?