Net buiten de kern van het Friese plaatsje Hantum is, omgeven door weilanden en sloten, het Tibetaans boeddhistisch centrum voor studie en meditatie Karma Deleg Chö Phel Ling gevestigd. Het centrum is in 1975 opgericht maar was niet altijd in Friesland gevestigd.
Het in 1986 onder leiding van Chödje Lama Gawang Rinpoche + gebouwde complex in Hantum was het eerste boeddhistische klooster in Nederland. De bouw ervan duurde vijf jaar. Gawang Rinpoche (84) -overleden in 2014- had er, ondanks zijn hoge leeftijd, nog steeds de leiding van. Bezoekers waren altijd welkom voor een advies of gesprek met de lama.
De oprichters van het centrum behoren tot de Karma Kagyu school binnen het Tibetaans boeddhisme. Karma Kagyu betekent karma praktijk. Aan het hoofd van de Kagyu overdrachtslijn staat momenteel de zeventiende Gyalwa Karmapa, Ogyen Trinley Dorje.
In 1977 werd Chödje Lama Gawang Rinpoche door de zestiende Gyalwa Karmapa naar Nederland gezonden als diens enige gezant in de regio tussen de Noordzee en de Alpen en in Frankrijk. Eerst vestigde Gawang Rinpoche zich in het westen van Nederland. In augustus 1986 werd de Stichting Karma Deleg Chö Phel Ling formeel eigenaar van het terrein en de boerderij, die door de vroegere bewoners aan de zestiende Gyalwa Karmapa waren geschonken.
Gawang Rinpoche verhuisde naar Friesland en in Hantum werd een aanvang gemaakt met de bouw van het centrum en de stoepa. De bestaande toegangsweg- destijds een zandpad, werd geasfalteerd. Het met vrijwilligers bereikbaar maken van het complex was, vanwege de grondgesteldheid, een zware klus. Toen de weg klaar was, werd met de bouw van de stoepa begonnen en vervolgens werden het retraitecentrum en de tempel gebouwd.
De stoepa is in 1993 opgeleverd en is een dertien meter hoge- en in Noordwest-Europa unieke Tashi Gomang stoepa. Rondom is een rondgang aangelegd met 108 zogenoemde Mani Korlo mantratrommels (gebedsmolens). Ze zijn gevuld met lange repen papier waarop duizenden mantra’s zijn geschreven. De molens zijn in de lente van 1999 in gebruik genomen. Het draaien van de trommels zou geluk brengen aan alle levende wezens.
In het Tibetaans boeddhisme wordt een stoepa als een bouwwerk gezien dat altruïsme, harmonie, welvaart en gezondheid bevordert en ontwikkelt. De stoepa in Hantum zou het welzijn in de regio bevorderen en het opwekken van compassie voor alle wezens en zo de vrede. In later opgetekende leerredes van de Boeddha worden de positieve gevolgen van het bouwen van een stoepa al vermeld.
De bouw van de ‘stoepa voor de wereldvrede’ duurde vier jaar. Niet alleen de buitenkant is bijzonder, maar het gebouw is ook tot de top gevuld met vele bijzondere en voor boeddhisten heilige voorwerpen, zoals twee ringsel relikwieën van de Boeddha. Ringsel relikwieën zijn parelachtige kraalvormige objecten die na crematie van grote meditatiemeesters in de as worden aangetroffen. Verder zijn in de stoepa mantra’s, gebeden, mandala’s, muziekinstrumenten en beelden aangebracht.
De stoepa in Hantum is een zogenoemde gelukbrengende, veelnissige stoepa en geheel volgens Tibetaans model gebouwd. De talrijke nissen symboliseren schatkamers die voorspoed, geluk, liefde, harmonie en rijkdom zouden geven. De stoepa bestaat uit vier gedeelten: beneden de zetel van de eigenlijke stoepa, daarop staan de treden met nissen. De treden symboliseren de vier onmetelijke aspecten van de geest. Daarboven is de bolvormige vaas met het lotusblad waarop de Boeddha zit en bovenin bevindt zich de spits met dertien ringen met in de top de ornamenten van zon en maan.
In de stoepa en het eigenlijke binnenverblijf zijn duizend gelijkvormige boeddhabeelden geplaatst. In het midden een groot beeld van Boeddha Shakyamuni. In de top van de stoepa bevindt zich een relikwie van Boeddha Eusung, volgens boeddhistische overlevering de derde Boeddha, die duizenden jaren voor de historische Boeddha Shakyamuni leefde. Deze relikwie werd in 1987, tijdens zijn bezoek aan Nederland, aangeboden door Jamgon Kongtrul Rinpoche.
De zestiende Karmapa heeft het centrum in Hantum meermalen bezocht. Hij gaf er de naam Wene Karma Chö Ling aan, een ‘rustige en afgelegen meditatietuin’. Verschillende tulku’s, lama’s en Rinpoches ondernamen sinds 1987 ook de tocht naar het Friese plaatsje. Onder leiding van Gawang Rinpoche is het centrum tot grote bloei gekomen en wordt het jaarlijks door duizenden mensen aangedaan. Op zondagen is het centrum geopend voor passanten. Voor mensen die langer willen blijven bestaat de mogelijkheid te overnachten.
Gawang Rinpoche was een bekende persoonlijkheid in de boeddhistische gemeenschappen in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk, waar hij volgens zijn traditie als de plaatselijk hoogste boeddhistische Tibetaanse geestelijke wordt gezien. In 2005, bij de viering van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Beatrix in de Domkerk in Utrecht, was de lama op persoonlijke invitatie van de koningin aanwezig als hoogste vertegenwoordiger van het Tibetaans boeddhisme in Nederland.
Naast het geven van cursussen, inwijdingen en het verzorgen van puja’s in het Tibetaans en Sanskriet, ging er geen dag voorbij of de lama hield zijn reguliere ochtend-en avonddiensten. De Tara puja in de ochtend en de Mahakala puja in de avond. Als jongen van zeven jaar oud werd Gawang in het Tibetaanse Kyobdrak klooster opgenomen voor zijn religieuze scholing. Vanaf zijn negende, in het besef dat meditatie belangrijk voor hem was, begon hij met retraites. Op zijn dertigste vluchtte hij vanuit Tibet naar India.