Tom Hannes is sinds 1996 intensief beoefenaar van het boeddhisme. Hij studeerde onder vipassanaleraar Goenka en onder de zenleraren Roland Rech (die hem tot zenmonnik wijdde) en Frank Dewaele. Hij was lange tijd verantwoordelijke van een traditioneel zencentrum in Antwerpen.
Tegenwoordig woont hij met zijn familie in Antwerpen en werkt als therapeut en coach, schrijver en theatermaker. Tom schrijft een blogreeks van zes over belichamingsmeditatie aan de hand van de vijf Boeddhafamilies. Vandaag in het Boeddhistisch Dagblad deel drie: De gele (Boeddha) wijsheid van niet-afgescheiden-zijn.
De wijsheid van niet-afgescheiden-zijn houdt verband met ons paradoxale vermogen om gelijkmoedig geraakt te worden. Die is aangeboren, maar ze moet ook ontwikkeld worden. Dat kunnen we op allerlei manieren doen. Bijvoorbeeld door te zitten als de belichaming van deze wijsheid.
De oefening
- ZITTEN. Ook deze meditatie verloopt in drie stappen. De eerste is opnieuw: ga zitten en doe even niets anders. Draag zorg voor je rechte houding en ontspan alles wat ontspannen kan worden. Laat je focus op je zittende houding stabiel worden. Je kunt je misschien vergewissen van het feit dat je niet echt een houding kunt ervaren. We spreken wel over ‘gewaarzijn van onze zithouding’, maar in de praktijk ervaren we een wolk van sensaties. Je kunt één of enkele van die sensaties (rechten van de rug, je handen, je tongpunt…) kiezen als punten om onophoudelijk naar terug te komen als je merkt dat je afgeleid bent. Neem daar de tijd voor.
- AFLEIDINGEN ERVAREN ALS MOMENTEN VAN CONTACT. Als je concentratie enigszins stabiel is (je bepaalt zelf hoe streng je daarin wilt zijn), richt je je aandacht op andere sensaties in die wolk. Zodra iets je aandacht trekt, geef je het tijd en aandacht. Je bewustzijn werd zojuist door iets geraakt. Iets ‘vraagt’ jouw aandacht. Dat kan eender wat zijn. Het hoeft niets bijzonders te zijn. Je hoeft ook niets te bestellen. Er verschijnt vanzelf wel wat op de voorgrond van je geest. Er is contact. Via je horen. Je lichamelijke voelen. Je zien. Je denken. Je emotionele antenne…. Het kan fijn zijn, onaangenaam, of geen van beiden. Grof of delicaat. Lang of kort. Overrompelend of zo subtiel dat je het nauwelijks krediet geeft als contact. Maakt niet uit. In deze oefening gaat het erom elke ervaring verschijnsel te zien als contact met de realiteit van dit moment. Dit is je afspraak met het leven. Mis het niet. We beslissen volop te erkennen dat we geraakt worden. Onophoudelijk opnieuw. Door de overvloed van verschijnselen binnen en buiten ons. Alles wat ons raakt is onze aandacht waard. Zo openbaart zich een bestaansgrond van gelijkmoedigheid die helder en rustig is, maar ook warm en vrijgevig. Zoals een grootmoeder die haar kleinkinderen ziet spelen in een speeltuin en er rustig en vanop een bankje mee in contact blijft.
- ZITTEN ALS CONTACT. Tijdens ons zitten kunnen we ervaren dat de contactmomenten oneindig overvloedig zijn. We kunnen ze onmogelijk allemaal aandacht geven of er zelfs maar bewust van zijn. Dat is ook niet nodig. We kunnen de wolk van contacten die ons bestaan uitmaken ook belichamen. We zitten dan ALS contact. ALS niet-afgescheiden-zijn. Ons bewustzijn IS het contact met onze zithouding. IS het contact met onze lichamelijke en mentale verschijnselen. IS het contact met wat we horen en zien en voelen en proeven. We zijn niets-dan-geraakt-zijn. Dat is onze aard.
De gele wijsheid van niet-afgescheiden-zijn
We steken vanaf onze kindertijd ontzaglijk veel tijd in de ontwikkeling van onszelf als aparte wezens. Zeker in onze cultuur ligt er ontzettend veel beslissings- en keuzelast op het individu. Dat brengt een grote vrijheid met zich mee. Maar het zorgt ook voor een chronische ruis van ontevredenheid en jaloezie in ons dagelijkse bestaan. In het onophoudelijke poging om ons eigen ik bestaansrecht te geven, vergeten we vaak dat ook het tegendeel waar is: we zijn niets anders dan een knooppunt van eindeloos veel contacten. Dit is de positie die we bij de gele wijsheid innemen. Radicaal. Traditioneel heet deze blik op ons bestaan de Wijsheid van de Gelijkheid. Of zoals de populair spirituele slogan luidt: Alles is één. Hier noemen we ze ‘de wijsheid van niet-afgescheiden-zijn’.
In de mythische iconografie wordt deze wijsheid gelinkt aan de mythische gele Boeddha Ratnasambhava. Zijn naam betekent ‘Juweelgeborene’ en zijn handen maken het gebaar van vrijgevigheid. Dat juweel (ratna) doet me spontaan denken aan een zenverhaaltje over meester Gensha. Die had de gewoonte om te onderrichten dat ‘het hele heelal één grote parel was’. Op een dag vroeg hij aan een leerling wat hij van zijn onderricht had begrepen. ‘Dat het heelal één grote parel is,’ antwoordde die. ‘Je hebt er met andere woorden niets van begrepen,’ zei Gensha.
De wijsheid van niet-afgescheiden-zijn kun je proclameren als een grootse kosmische waarheid, uitgelegd met molenwiekende armgebaren. Je kunt er theorieën rond ontwikkelen over alles een doel heeft in het grotere geheel. Of dat alles vanzelf één en dus goed is. Of zelfs hoe vrije keuze een illusie is in dit het-gaat-vanzelf-zoals-het-gaat-in-dit-veld-van-eenheid. Dat kun je doen. Ik denk dat de leerling van Gensha dat deed. Maar dat hoeft niet. Mij lijkt het zelfs beter om dat vooral niet te doen.
Ik denk dat Gensha’s antwoord betekent dat we de wijsheid dat alles één is beter belichamen dan proclameren. Doorvoelen in de ervaring hoe ons bestaan niets-dan-contact-is. Letterlijk. Op heel gewone wijze. ‘Zien’ is wat er gebeurt als er bijvoorbeeld verkleurd zonnelichtstraal van een boom afkaatst en in mijn oog terecht komt. Zo ben ik geraakt door dat licht. Zo word ik geraakt door die boom. Het kan een indrukwekkend mooie boom zijn, of een boom die mij helemaal niet bijzonder lijkt. Dat maakt niet uit. Als contactmoment hebben ze evenveel waarde. Ze bieden me alle twee dezelfde kans om mijn leven-als-contact te ervaren en die ervaring te verdiepen. Zo kan ik rustiger worden ten opzichte van mijn ervaringen. Gelijkmoediger. Vrijgeviger ook. Want mijn aandacht wordt niet langer bepaald door een beloftesysteem (‘als ik hierop let, wordt het vast leuk of spannend’) en zo wordt mijn aandacht minder jaloers. Aandacht wordt een onvoorwaardelijke liefde die ons leven een heel andere kleur kan geven. Dat van een goudgeel juweel. Of zoals in Gensha’s geval: een stralende parel die niet ophoudt geraakt te worden door licht en zelf weer licht uitstraalt, in elke richting, vrijelijk gul.
Als onze meditatiepraktijk ons niet vrijelijk gul maakt, klopt er iets niet. Dan ontbreekt het ons aan gele wijsheid. Het loont de moeite om die bewust als oefening te belichamen. In plaats van te wachten tot de ontwaakte vrijgevigheid in ons losbarst, kunnen we leren zitten als belichaming van het niet-afgescheiden-zijn. Als contact. Als vrijgevigheid. Als liefde. Als Ratnasambhava.
Sjoerd zegt
In het westen kennen we vanuit de jaren na de 2de wereldoorlog de ontwikkeling van de systeem- en communicatie theorie, gepraktiseerd in de relatie- en gezinstherapie (ook wel systeempsychotherapie genoemd), waarin dezelfde inzichten ontwikkeld zijn wat betreft de positie van de mens in zijn mentale en materiële omgeving.
Het narratieve aspect is daar, net als in het verhaal van Tom Hannes, een belangrijk aspect van.
De moeite waard om deze bronnen uit onze eigen cultuur aandacht te geven.