Een Chinese rechtbank heeft gisteren bevolen dat een duizend jaar oud Boeddhabeeld met daarin de het gemummificeerde lichaam van de monnik Zhanggong Zushi binnen dertig dagen moet worden teruggebracht naar de oorspronkelijke locatie in de provincie Fujian in Oost-China. Het beeld zou meer dan twee decennia geleden zijn gestolen en het land uit gesmokkeld. Het relikwie is in het bezit van de Nederlandse kunstverzamelaar Oscar van Overeem, die het medio 1996 heeft gekocht.
De rechtbank verklaarde in het vonnis dat de dorpelingen van Yangchun en Dongpu het eigendomsrecht hebben op het Boeddhabeeld en het recht om het kostbare culturele relikwie terug te krijgen. Zhanggong Zushi, oorspronkelijk genaamd Zhang Qisan, was een vereerde monnik van de Chinese Song Dynastie (960-1279). Na zijn dood op 37-jarige leeftijd werd zijn lichaam gemummificeerd en ingekapseld in het beeld. Het stond duizend jaar in de Puzhao-tempel, die gezamenlijk eigendom is van de twee dorpen, tot het in 1995 werd vermist.
Het dook opnieuw op tijdens een tentoonstelling in Hongarije in maart 2015, toen de dorpelingen en het bestuur van het Fujian provinciaal cultureel erfgoed het herkenden als de verloren Boeddha Zhanggong Zushi. In februari van hetzelfde jaar onthulde een scan de gemummificeerde overblijfselen van de boeddhistische monnik.
Na een mislukte onderhandeling klaagden de dorpsbewoners in 2015 Van Overeem aan om de terugkeer van de het beeld te eisen. De rechtbank in Amsterdam hield de eerste zitting over de zaak op 14 juli 2017 zonder een beslissing te nemen.