Het is met de Kerst in aantocht drukker dan ooit op de tv met het bedelen om donaties door zogeheten goede doelen organisaties. Ze komen allemaal voorbij: donkere kinderen op krukken, donkere meisjes die onderwijs nodig hebben, zielige beren, zielige weidevogels, zielige honden die vanuit het buitenland met een vliegtuig naar hier worden overgevlogen. Leuke kittens zonder pootje die bij de buren de tuin onderschijten. Geef, geef, geef, is de boodschap. En houd die organisaties in stand.
Ik vind kunnen geven, het delen, een groot goed, zeker nu de overheid – wij dus- het ondersteunen van arme landen de nek heeft omgedraaid. Nederlanders staan bekend om hun goedgeefsheid, de drempel is laag. Geven is ook sentiment, hoe het verkocht wordt.
Op een onbewaakt en kritisch geestelijk moment vroeg ik me vandaag echter af: hebben die zogeheten liefdadigheidsorganisatie bij de oprichting en nu voldoende eigen vermogen om hun boodschap waar te maken? Of leunen ze altijd op de zakken van anderen? Leven ze van liefdadigheid? En is het waar dat ze in dure kantoren zitten met goed betaalde medewerkers. Wat leveren ze zelf aan giften? Is liefdadigheid booming business?
Ik weet wel, ik moet niet zo achterdochtig doen: in het Glazen huis in Den Bosch halen dj’s op een fantastische wijze voor de actie Spieren voor spieren op een rechtstreekse wijze geld op, het doel is duidelijk. En schrijvers die in het BD publiceren zetten soms ook acties op om hun medemens te helpen. Zoals Jules Deelder al op een prachtige manier schreef: ‘De omgeving van de mens is de medemens’. Jarenlang ondersteunde ik Artsen zonder grenzen en soms kreeg ik een mededeling om het doneren even te staken omdat er voldoende geld in de pot was.
Waarom ben ik plots zo argwanend? Zo oordelend.
Moge iedereen een lang, gezond en gelukkig leven hebben, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.


Geef een reactie