Onlangs is ‘Both Directions at Once’ verschenen. Dat is een verzameling stukken gespeeld door het kwartet van saxofonist John Coltrane. Opgenomen in 1963, een paar jaar voor zijn overlijden. En drie weken voordat een ander kwartet – The Beatles – zijn eerste studio-opname maakte.
Kenners beweren dat er na John Coltrane niks meer te zeggen valt op de sax en dat hij de jazz heeft kapot geperfectioneerd. Zijn ‘truc’ was om het dollen met akkoorden in de vaste toonsoort van een stuk te vervangen door het dollen met niet-vaststaande toonsoorten voor het stuk.
Daardoor raakten melodie (het deuntje) en harmonie (steuntje onder het deuntje) nauwelijks te onderscheiden van elkaar. Voor de oren van getrainde musici – laat staan het publiek, zie beneden – is het dan ook hogere wiskunde. En voor hun vingers en de rest van het lichaam is het een uitputtingslag vanwege het vaak razende tempo waarin Coltrane opereerde. Het gebeurde meer dan eens dat zijn kompanen hem muzikaal en fysiek niet meer konden volgen en tijdens een optreden ofwel het zwijgen ertoe moesten doen ofwel een muzikaal duel aangaan. En ze waren bepaald niet de minsten: McCoy Tyner (piano), Jimmy Garrison (bas) en Elvin Jones (drums). De drummer was de enige die met melodie en harmonie nauwelijks te maken had en daardoor Coltrane’s sax wel kon volgen en ritmisch van repliek dienen.
Het publiek, ik in dit geval, lukt het niet om in veel stukken van Coltrane signaal van ruis te onderscheiden. Dat is niet-weten. Er is een mop over: een klant in de dierenwinkel wil een zingende papegaai aanschaffen en de handelaar zegt dat er drie stuks in de aanbieding zijn. Nr. 1 heeft prachtige veren en kan alle solo’s van Louis Armstrong zingen. Nr. 2 heeft eveneens een prachtig verenkleed maar is een stuk duurder omdat hij alle solo’s van Charlie Parker ten beste brengt. Nr. 3 is half-blind, heeft een slordig kapsel en is nauwelijks in staat om haar evenwicht op het schommelstokje te bewaren. Maar ze kost meer dan die andere twee bij elkaar. De klant vraagt wat ze dan zoal zingen kan. De winkelier zegt dat ie geen idee heeft maar dat de andere twee haar aanspreken met ‘maestro’.
Niet-weten is afzien van het verschil tussen ruis en signaal. John Coltrane liet het horen. En soms was het niet om aan te horen.