Mogelijk is het niet aan de inhoud van mijn columns af te leiden, maar ik heb een hekel aan oeverloos gezwets. Na een kwartiertje vraag ik dan aan de zwetser: ‘Neem je nog een kerstboom dit jaar’, ook al is het nu 25 graden Celsius buiten.
Het resultaat is verbluffend, open gevallen monden, verbijstering in de ogen, in de lichaamstaal, de zwetser zwijgt meestal meteen. Soms raken ze psychisch gewond door mijn kersboom verzoek, dat blijkt pas na jaren als ze daarover niet uitgepraat raken. Dat vreemde verzoek van de man uit de Kloosterbunker. Die onbeschoftheid, dat kwetsen, terwijl ze net zo fijn en diepgaand aan het vertellen waren.
De vraag is natuurlijk: wat is oeverloos gezwets? Daarvoor verwijs ik naar de Vlaamse filmacteur en cabaretier Wim Helsen die de schijn wekt dat hij oeverloos zwetst. Ik zag en hoorde hem laatst op de tv. Hij zag dat er een verkeersboete onder de ruitenwisser van zijn auto was geplakt en was uiteindelijk bang dat hij zijn huis zou moeten verkopen. Helsen stapelde. Hij zwierf verbaal door straten en panden in het Vlaamse en in al die ontmoetingen ontmoette hij mensen die hij aan de verkeersboete koppelde. Maar wel heel ver weg.
Helsen is geen zwetser maar een woordkunstenaar. Mijn zwetsers zijn dat niet. Ze voeren mij hoog op de gele wagen langs rivieren, bergen en dalen. Eindeloos.
Vroeger verstond ik de kunst om na twee minuten bij een zwetser in slaap te vallen, met open ogen. Maar ik snurk nogal luid. De kerstboom is een wat beleefdere vorm om oeverloos gezwets te doen stoppen.
‘Neem je nog een kerstboom dit jaar?
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie