Een paar jaar geleden leek de boom in het particuliere plantsoen voor de Kloosterbunker af te sterven. Enkele van de enorme takken waren totaal kaal en begroeid met mos.
Na de overdracht pakten gemeentearbeiders de kolossale boom aan en zaagden al het dode hout weg. De boom kwam weer tot leven, prachtig. Vorige week begon ik me toch weer zorgen te maken over het voortbestaan van de Groene Reus. Een stuk of wat takken werden geel, ik dacht aan het afsterven. Tot ik zag dat het zogeheten propellertjes met zaad waren, honderden, die de takken geel kleurden. Ze dwarrelden weg op de wind om nieuw leven te creëren, zolang de gemeentelijke grasmaaier dat toestaat.
Mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, nam er twee mee naar de Kloosterbunker. Ik ga ze opkweken tot boompje, boom, Groene Reus. En plant ze dan ergens in Nederland in een bos. Zodat ik onbekend voortleef in de wortels en takken en de natuur. Het schijnt dat bomen met elkaar kunnen spreken, dus dat is ook mooi meegenomen.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie