Het is komkommertijd in medialand. Zo wordt de periode in de zomermaanden genoemd dat er weinig nieuws is. Het kan zijn dat er weinig nieuws is doordat de journalisten met vakantie zijn. Er verschijnen toch kranten en tv-journaals, maar die worden meestal gevuld met non nieuws. Gisteren liet het NOS-journaal zelfs beelden zien van een BBC-presentator die heel verveeld een filmpje over honden op een surfplank wedstrijd in zee besprak. De man tuimelde bijna uit mijn tv, zo ver hing hij van verveling over zijn desk. Dit was dus een dubbele komkommer, dat van de NOS. En nu dus een drievoudige komkommer omdat ik er weer over schrijf.
De komkommer is een vrucht die in Nederland en België vooral rauw als salade wordt gegeten. De komkommer behoort tot de soort Cucumis sativus, die al meer dan 3000 jaar gekweekt wordt. Aan één stengel kunnen tientallen komkommers groeien. De tegenwoordig gekweekte komkommer heeft alleen maar vrouwelijke bloemen, waar zonder bestuiving of bevruchting de komkommer uit groeit. De gele en witte komkommer hebben wel vrouwelijke en mannelijke bloemen.
De plant is een klimplant met hechtranken, maar kan ook horizontaal groeiend op de grond geteeld worden. Voordat er kassen waren werden de komkommers op broeiveuren onder platglas geteeld. Later werd het platte glas rechtop gezet en vormde zo een kas. In de glastuinbouw worden de planten langs binddraad omhoog geleid. In Nederland en België wordt de komkommer sinds ongeveer 1960 in verwarmde kassen geteeld zodat komkommers het gehele jaar verkrijgbaar zijn. In deze kassen groeien de komkommers nadat ze hebben gebloeid in ongeveer 10 tot 14 dagen uit naar een volledige komkommer, dus van een komkommer van minder dan 50 gram naar een komkommer van tussen de 400 en 450 gram. Om gedurende het hele jaar te kunnen leveren worden er twee tot drie teelten per jaar geplant en geoogst.
De vrucht wordt geoogst als deze nog donkergroen is. Een rijpe vrucht verkleurt naar geelgroen. Doordat de vrucht parthenocarp is, wordt er ook als er geen bestuiving optreedt wel een vrucht gevormd maar geen zaden; soms zijn echter nog wel rudimentaire zaden aan de zaadlijsten te zien. De in de beroepsteelt geteelde rassen vormen alleen vrouwelijke bloemen, waardoor er geen bestuiving plaats kan vinden. Sommige oude rassen, zoals de ‘Gele Tros’ gebruikt door volkstuinders, vormen echter naast vrouwelijke ook mannelijke bloemen. Hierdoor kan bijvoorbeeld door de honingbij of hommels zelfbestuiving en zaadvorming optreden. Bij bevruchting van alle zaadknoppen groeit de komkommer normaal uit, maar wel met zaden, die in het jonge stadium nog wel eetbaar zijn. Bij onvolledige bevruchting groeit de vrucht meer bolvormig en vormt zogenaamde zaadkonten.
De vruchten van de gekweekte cultivars of “rassen” die het meest in Nederland en België worden gegeten, zijn in de regel 35 tot 39 centimeter lang en 5 cm in diameter met een gewicht van 350 tot 450 gram. Kleinere komkommers, de zogenaamde minikomkommers, komen echter ook voor en zijn vooral populair in Engeland. Deze komkommers zijn 20-30 cm lang. De kleinste komkommers zijn de zogenaamde snackkomkommers met een formaat tussen de 8 en 20 cm. De meeste cultivars zijn groen maar er zijn ook gele en witte variëteiten. In de omgeving van Utrecht zijn nog lang gele komkommers onder platglas geteeld. Door verdwijning van het platte glas en doordat de gele komkommer niet bittervrij is, is deze teelt nagenoeg verdwenen.
Moedig voorwaarts!