Als arbeider en zoon en kleinzoon van een arbeider woonde ik eens in, wat in Rotterdam genoemd wordt, een kakbuurt. Mijn toenmalige vrouw wilde graag verhuizen, zodoende. In een woning waarin je kon rolschaatsen, zo groot waren de kamers. Het was wennen, ik kwam uit het Nieuwe Westen van Rotterdam. Beneden me was een delicatessenzaak gevestigd en toen ik daar als nieuwe klant een literfles koffiemelk wilde kopen bleken ze er koffieroom te verkopen in een flesje dat al na enkele keren schenken leeg was. Ze hadden geen klanten maar clientèle.
Een straat verder was een groentewinkel gevestigd, zal ook wel anders geheten hebben, met een eigenaar- zo’n Huib van der Gluipfiguur, die gehuld in een stofjas de klanten naar de mond praatte als ze een onsje peentjes kwamen kopen. Toen ik daar binnenstapte sprak de man: ‘Mooi weertje, meneer.’ Ik ben ervan overtuigd dat alle weer van de Heer is, maar het was druilerig en guur buiten. Ik droeg een shawl en mijn jekker was gesloten. Mijn ouders hadden me geleerd nooit te jokken. Ik zei: ‘Ik vind het helemaal geen mooi weer.’ De man viel stil, dat was hij niet gewend dat klanten het niet met hem eens waren. Was de revolutie uitgebroken? Werd zijn positie aangetast? Hij, de eerste papagaai onder de papagaaien.
In deze tijd van verkiezingen, nu de groenteboeren in de politiek met het oog op de naderende verkiezingen mooi weer lopen te verkopen, is het zaak voor het gewone volk het eigen weerbericht in de gaten te houden. En ons geen koffieroom voor worteltjes te laten verkopen. Ik heb ze bewust niet gezien en gehoord, de krompraters in het RTL-debat, maar zag vanmorgen wel beelden van die mannen op de tv. Onder wie Jesse Klaver, de gladde Roosendaler die Kennedy imiteert en het in een eerdere tv-uitzending had over het begrip empathie- waar ik helemaal niets van begreep. Van zijn praatje dan.
Ik zeg jullie: Na de verkiezingen verandert er weinig tot niks voor de gewone man. De armoede onder de mensen wordt alleen maar groter, voedselbanken beleven toptijden, ouderen willen dood blijven gaan na een ‘voltooid’ leven, de AOW-leeftijd wordt niet verlaagd, multinationals vullen ongestraft hun zakken in dit belastingparadijs, milieunormen niet gehaald, de emancipatie van vrouwen, homo’s, genders bij het grof vuil gezet, vluchtelingen geweerd en populisten worden op het schild gehesen. Schoolklassen worden niet kleiner en docenten verlaten het onderwijs omdat ze onderbetaald worden en geen respect meer krijgen. Zo is er veel meer, maar ik wil jullie dag niet verzieken. Waar waren die politici toen ze er werkelijk voor de gewone mens moesten zijn? Denk daaraan als je naar het stemhokje gaat.
PeterK zegt
“Denk daaraan als je naar het stemhokje gaat.”
.
Vreemd ‘advies’ is dat, zeg. Als je eerst politici bestempelt tot groenteboeren die mooi weer verkopen, tot krompraters en imitators – heeft het dan nog wel zin om naar dat stemhokje te gaan?
Ik meen in jouw stukje toch ook weer frames aan te treffen waarmee je jouw benedenbuurman typeert als Gluip, jouw ex op haar (?) plaats zet en jouw toenmalige buurt als ‘kak’.
.
kBen best blij dat ik geen politicus ben.
.
Joop Ha Hoek zegt
Mijn vrouw wilde het beste voor mij, ook qua woonruimte. Ze is een schat. Huib van der Gluip is een kaasboer uit Rotterdam waar de glimlach op het gezicht bevroren lag. Kakbuurt is een Rotterdamse uitdrukking. Ik ben ook geen politicus. Het heeft totaal geen zin om naar het stemhokje te gaan.
G.J. Smeets zegt
“Het heeft totaal geen zin om naar het stemhokje te gaan.”
Dat ben ik met je eens, Joop. Even zinloos trouwens als NIET naar het stemhokje gaan. Ook al is het zinloos, het heeft wel betekenis. Al was het maar dat je daarmee het bloed, zweet en tranen in ere houdt dat je voorouders hebben geplengd voor het democratische kiesrecht. Iets beters hebben we niet.
Wat betreft de zinloosheid (niet de betekenis) van het stemmen een korte toelichting. De ecologische en sociale werkelijkheid is anno 2017 te complex en gevaarlijk geworden om te kunnen (be)sturen. Politiek is gedegradeerd tot rampbestrijding en het zijn de politici die het niet willen zien of durven erkennen. Er is een treffende Engelse term voor: super wicked problem. Ergens anders heb ik het in detail toegelicht dus ik ga dat hier niet herhalen. Wie het interesseert zie:
https://klimaatverandering.wordpress.com/2014/11/17/he-een-olifant-in-de-kamer/
Joop Ha Hoek zegt
Ik probeer een betekenisvol mens te zijn.
G.J. Smeets zegt
Dat is je dan mooi gelukt vandaag ;)
p.klene zegt
Ooit, ik toen wel wat jonger dan nu ‘begin jaren 80, werkte ik als gezinsverzorgster in Amsterdam, om mijn studie te betalen, op een ochtend bij een mevrouw in een gerenommeerde kouwekak buurt P.C. Hoofd straat of zoiets.
Mevrouw in kwestie liep slecht en vroeg of ik even een half pondje hariots verts wilde halen. Wist ik veel wat ze nu bedoelde… Ik naar de groenteman en zei zo perfect mogelijk wat de mevrouw in kwestie me had voorgedaan. De groente man om de hoek, even bekakt, keek vreemd op van mijn onmiskenbare Amsterdamse tongval en zei gelijk, o, u wilt spercieboontjes….. zo weer wat geleerd !
Jacco zegt
“Het heeft totaal geen zin om naar het stemhokje te gaan.”
Hoe komt dat dan…?
En zin voor wat en/of wie niet overigens…?
Voor zoiets als wat G.J. Smeets oppert; iets waarvoor ons aller voorvaderen hebben gestreden..? Dan wel voor ons aller (eigen) gevoel van eerbied naar die voorvaderen..? Zou het hen destijds werkelijk daarom gegaan zijn dan..? Ik weet niet zeker hoor, maar heb zo’n idee dat menig van hen zich in hun graf of urn zou omdraaien om die gedachte. Maakt hen alsook hun strijd volgens mij namelijk tot een nogal op zichzelf staand (om niet te zeggen zelfzuchtig) en doelloos (on niet te zeggen zinloos) iets.
Hebben we echt niets beters (geen beter doel) dan het op zichzelf staande idee van ‘democratisch kiesrecht’? Of dezelfde vraag anders geformuleerd; zijn we echt niet in staat een beter doel c.q. betere reden te ‘bedenken’ / ‘herinneren’ / ‘zien’..?
In dat geval heeft de BD hoofdredacteur inderdaad gelijk en is het totaal zinloos. In welk geval het verder ook zinloos is om te proberen te ‘ontwarren en ontwikkelen’ volgens mij. Tenzij je ook daar een ‘doel op zich’ van wilt maken. En/of wilt veronderstellen ons aller voorvaderen daar een of andere eer mee te doen.
Mij zegt iets echter dat het hen daar geenszins om ging. En ook niet dat zij zoiets destijds als ‘betekenisvol’ zouden zien.
Maar wat mij dat zegt doet er in dat geval ook niet echt toe. Laat staan dat het dan nog enige zin heeft te bekijken ‘hoe dat (alles) dan komt’. Het zou zelfs tot groot geestelijk ongemak kunnen leiden.
Lang leve het recht op vrije meningsuiting dan maar. Alsook het fijne (maar *verder* totaal zinloze) gevoel van (vermeende?) eigenwaarde dat er (wellicht?) mee te verkrijgen valt.
Of is er hier misschien nog iemand die aan dat recht wél enigerlei meer omvattende (dan wel betekenisvolle) reden dan weet te koppelen?