Ik ken boeddhisten die geen boeddhist meer zijn en je merkt niets aan hen. Ze zijn niet gaan drinken of buitensporig vloeken, zijn niet ongeduldig en meppen geen mensen in elkaar. En ze zijn lief voor hun moeder en de hond. Wel hebben ze hun kussentje, boeddhistische boeken en beelden naar de lommerd gebracht of weggegeven. Ze hebben dat uiterlijke vertoon niet meer nodig.
Die mensen zetten mij wel aan het denken. Hoe lang moet je oefenen, wanneer ben je klaar? Ben je ooit klaar met oefenen en waarom en waarvoor praktiseer je het boeddhisme? Is het nodig om sutra’s uit je hoofd te leren, op een kussentje te zitten? Is dat typisch westers, roomser zijn dan de paus? Het beste jongetje van de klas te zijn in en buiten een sangha. Waarom merk je niet aan die ex-boeddhisten dat ze van het pad af zijn.
Als je een auto of motor wilt besturen volg je verkeerslessen. Na een examen krijg je je rijbewijs. Je wordt een ervaren chauffeur door deel te nemen aan het verkeer. De theorie van de lessen ligt ver achter je. Is dat met die ex-boeddhisten ook zo. Zijn ze geslaagd en hebben ze de theorie van het pad niet meer nodig? Of waren ze toch wel geworden wie ze zijn zonder boeddhisme.
Ik ben geen boeddhist, meer een volger van de dhamma. Als een ander dan de Boeddha dat had uitgevonden was ik daar een volger van geweest. Elke dag zit ik nog op mijn kussentje en train mijn geest in het minderen. Ik haat niemand, ben niet agressief, zelfs niet als ik geen krant kan maken omdat de server er door een fout uitligt. Die rust in mij is gewoon beangstigend, soms overweeg ik die staat van zijn aan een psychiater voor te leggen. Ik ken psychiaters die vreselijk explosief en agressief zijn. Ik benijd die expressie. Een vriendin noemt mij een binnenvetter, maar voor mijn gevoel krop ik niks op en staan ramen en deuren naar eenieder en buiten wijd open. Ik ben een koele waarnemer geworden, met emoties. Is dat raar?
Een lezer van het BD zegt: Er is Boeddha en er is boeddhisme, dat zijn twee verschillende dingen. Het kan mij persoonlijk niet zoveel schelen of iets ‘boeddhisme’ heet of niet, als het maar over de waarheid gaat. Wat is de waarheid – de waarheid van wie je in diepste wezen bent – zodra het iets is waar je voor of tegen kunt zijn, kan het geen waarheid zijn. Zolang het iets is, waar de ‘mind’ zich mee bezig kan houden, blijft het iets relatiefs, iets binnen de wereld van concepten. Nirvana is voorbij die wereld, oftewel het ware zelf is nog vóór alle concepten. Het is. Het is niet dit of dat. Het is. Sri Mooji wijst hier wat mij betreft het allerduidelijkste naar.’
Sri Mooji mag geen echte boeddhist genoemd worden, omdat hij niet tot zo’n traditie behoort. Alhoewel hij Boeddha eert en zijn woorden op die van Boeddha lijken – hij spreekt ook over nirwana en boeddhanatuur – en daar gaat het helemaal om, het ontdekken van je ware zelf. Mensen ontwaken spontaan door zijn instructies zoals dat bij Boeddha en de oude meesters ook gebeurde.
Misschien ben ik al heel lang van het pad zonder het te weten. Het maakt mij niet uit.
Willem zegt
Vraag: welk pad? Overal waar je gaat is toch een pad? Het lijkt of je het doel kwijt bent waarom je zit, traint, leest, oefent. Maar misschien begrijp ik het niet zo goed.
nic schrijver zegt
Een hoofdredacteur van het Boeddhistischdagblad is geen Boeddhist maar ‘volger van de dhamma’.
Dekt ‘ Dhammadagblad ‘ dan niet beter de lading voor wat je wilt uitdragen dan wat nu ‘ Boeddhistischdagblad’ heet?
Joop Ha Hoek zegt
Zelfs de Boeddha was geen boeddhist.
Harrie zegt
Beste Joop,
Wat is dat, je ware zelf? Kun je dit begrip uitpakken voor mij?