Morgen- donderdag, plaatsen wij een column van Emmaho waarin hij beschrijft hoe hij heel dichtbij contact met mensen maakt. Dat doet hij door ze toe te knikken, op straat, in de auto, te glimlachen en oogcontact te maken. De afgelopen maanden heeft hij al een paar knikjes teruggekregen, schrijft Emmaho, een warme, wijze boeddhist, maar geen steile schriftgeleerde. Een man van de praktijk, warm. Hij voert zijn missie uit in -voornamelijk- Vlaanderen. Misschien zijn de mensen daar toegankelijker dan in Holland, maar Chef heeft slechte ervaringen met mensen toeknikken en in de ogen kijken.
Chef woonde jaren op het platteland, in de provincie zogezegd. Helemaal verstaan kon hij die mensen als westerling niet, maar het elkaar groeten en oude tradities- bij de geboorte een enorme krentenwegge, bij de dood het aanzeggen en met mekaar de kist naar het kerkhof sjouwen, bevielen hem wel. Chef kwam nog regelmatig in Bunkerstad, waar hij in het openbaar de dorpse gewoonten beleed. Hij lachte tegen de stedelingen die hij tegenkwam, keek ze recht in de ogen en knikte zich een ongeluk. Vaak zei hij ‘houdoe wanne en wirkommen en tjuss’ maar dan keken de stedelingen- onder wie forsgebouwde met armen als kabeltouwen, hem vreemd aan. De sfeer werd ronduit vijandig als Chef zich door Bunkerstad voortbewoog en de mensen groette. Mot je wat van me, zei de een. En een ander: hé, jongens een poot. Chef is er maar mee gestopt. Hij kijkt niemand meer in de ogen en het knikken is hij verleerd.
Eigenlijk staat dat haaks op de kunst van het interview. Mensen weten dat niet, maar journalisten veinzen vaak belangstelling. Ze letten erop dat hun lichaamshouding door de geïnterviewde als uitnodigend wordt ervaren en kruisen geen armen voor de borst, waardoor ze de indruk zouden wekken zich te wapenen of terug te trekken, niet ontvankelijk te zijn. Ook de gezichtsuitdrukking is belangrijk. Je kijkt als journalist de andere recht aan, altijd. Er is een lichte glimlach waar te nemen als de ander iets grappigs vertelt en droefenis- niet te veel, als het over nare zaken gaat. Stiltes mogen, maar niet te lang. De journalist moet de geïnterviewde op z’n gemak stellen, hij is geen vreemde, maar een betrokkene, die wel op afstand blijft. Iemand aan wie je je sores kwijt kunt en van wie je hoopt dat hij zaken wint en recht breidt. De journalist knikt ook regelmatig en zegt soms dat hij het wel begrijpt en meevoelt. Het gesprek opschrijven is niet aan te raden, dan vallen er stiltes. Liever een recorder.
Soms is de toon van het gesprek vriendelijk, dan weer scherp of heel kritisch. Dat hangt van het onderwerp af en de gesprekspartner. Grof wordt het nooit, want dan wordt het gesprek afgebroken en is er geen verhaal. Of er moeten andere bronnen zijn, want één bron is geen bron.
Nou ja, hoe dan ook, Chef heeft zich solidair verklaard met Emmaho en gaat weer knikken en recht in de ogen kijken. Morgen bezoekt hij de Praxis en Appie, dus gelegenheid zat. Mogelijk tot ziens.
zeshin zegt
moet ik morgen wat pleisters op de post doen?
Joop Ha Hoek zegt
Liever een zonnebril, Zeshin, en een kraag die het knikken belemmert.
nic_schrijver zegt
In NLP creëer je rapport.
Je neemt dezelfde lichaamshouding aan als de ander desnoods kopieer je de stemtoon en ademhaling.
Er ontstaat een sfeer van vertrouwen.
Handig voor journalisten,therapeuten, onderhandelaars en verkopers.
Op feestjes zie je mensen die geanimeerd zitten te kletsen vaak op dezelfde manier zitten dan ontstaat het spontaan.
Maarten zegt
Wees niet bang Chef. Kijk voorbijgangers even aan ipv weg te kijken. Ze reageren heel vaak positief, en slaag heb ik nog nooit gehad.