Chef was vandaag bezig met zijn Laatste Wil, een document dat in een kartonnen doos zit met daarop de tekst Laatste Wil. Niet dat Chef niet weet dat dat document daar in ligt, het is voor de nabestaanden van Chef die ooit, op een dag, zijn hut zullen binnengaan en hij totaal verstijfd ergens ligt opgebaard.
Eigenlijk was Chef bezig met het doen van een belastingaangifte, maar de kartonnen doos met daarop de tekst Fiscus ligt bovenop de doos met de Laatste Wil. Chef heeft vandaag tientallen bonnetjes en rekeningen weggegooid die hij had gespaard voor de verzekering om te bewijzen dat hij spullen had gekocht maar die na enkele verhuizingen en een vlucht vanuit het buitenland totaal zinloos waren geworden omdat die spullen waren weggegeven of weggegooid. Chef is verzekerd bij een verzekeraar die zegt te weten wat Chef allemaal in zijn Bunker heeft staan en liggen. Vliegt de boel in de fik of wordt Chef overvallen dan keert ze uit, ook zonder bon. Volledigheidshalve heeft Chef wel de inhoud van de Bunker gefotografeerd en die opnamen veilig weggeborgen.
Dus Chef zat in de doos Laatste Wil te rommelen, er zat een versie in van 2014, opgemaakt na zijn vlucht uit het buitenland. Inhoudelijk zal en wil Chef die versie niet meer veranderen, zijn toekomstige nabestaanden werden gek van de vorige wijzigingen, soms wel twee keer per jaar. Dan was er weer wat gewijzigd in de leefsituatie of had Chef bepaalde ideeën over zijn nalatenschap. In de kartonnen doos met Laatste Wil zitten ook enkele verzekeringspolisbladen van assurantiemaatschappijen zoals de (socialistische) Centrale die zijn ouders voor zijn begrafenis hadden afgesloten. Het zijn nu nog maar luttele bedragen van een paar honderd gulden, maar ze getuigen wel van de liefde en zorgzaamheid die zijn ouders voor hun kinderen voelden.
Laatst plakte Chef een tegeltje met niet te verwijderen lijm tegen de zijkant van een boekenkast. Hij deed dat met enige aarzeling, zich bewust van het feit dat die kast in handen van anderen valt en ze dat tegeltje met geen mogelijkheid meer los zouden krijgen. Hij zei tegen zichzelf (dat niet van zichzelf bestaat) dat het nog steeds zijn (die ook niet van zichzelf bestaat) kast was en de nabestaanden dat maar moesten accepteren. Dat tegeltje. Hij begon zich daar zelfs over op te winden, tot het besef doorbrak dat hij nog in leven was, en de nabestaanden nog helemaal geen nabestaanden waren. Wat kan een mens toch raar functioneren.
Twee jaar geleden ongeveer zond Chef een door hem zelf opgenomen en geproduceerd filmpje op- zeg maar een gesproken dagboek, naar kinderen, familieleden en vrienden, waarin hij belichtte hoe zijn leven er op dat moment uitzag. Allereerst wil Chef opmerken dat hij een groot liefhebber is van de humor van Tommy Cooper en Monty Python, dus in die trend was de film ook gemaakt. Slechts twee mensen- een neef en een vriendin, reageerden, ze vonden dat de film wel iets had. De anderen zwegen of hadden ‘nog geen tijd gehad om de productie te bekijken’. Ze kunnen zo de diplomatie in. Daarom twijfelt Chef of hij nog eens zo’n dagboek zal maken. Niet iedereen begrijpt zwarte humor.
Zoals de keer dat hij de zoon van een vriendin tegenkwam in een supermarkt, net op een moment dat hij moeizaam liep. De jonge man maakte daar een opmerking over en vroeg wat de oorzaak was. Chef zei ooit neergeschoten te zijn- kogels in de knieën. De jonge man zei daarop niets meer. Chef weet: hij moet dergelijke fantasietjes niet etaleren, zijn kinderen schaamden zich ook al als hij met een horizontale vinger onder de neus door de straten marcheerde als ze in Frankrijk uit eten gingen. Daartoe geïnspireerd door de aflevering van The Germans, die in de BBC-serie in het hotel Fawity Towers logeren en John Cleese als de krankzinnige hoteleigenaar Basil Fawity de zaak niet meer in de hand heeft Ein, zwei…Waarom Cleese wel en hij niet, denkt Chef.
G.J. Smeets zegt
Ha! Tommy Cooper.
Dat van die vinger onder de neus op mars naar een Frans etenshuis is inderdaad fout met je kinderen erbij. Had je maar met de wijs- en middelvinger van je andere hand het V-teken erbij moeten maken. Sukkel.