Chef was vandaag in de Kloosterbunker aan het werk, keek naar buiten door de acht meter brede glazen pui, zag de gebouwen, bomen, gras, straat, stoep en fietspad, het balkon, de bakken met bamboe, en realiseerde zich dat alles wat hij zag door mensen is gemaakt. De wereld om hem heen- waar hij ook is, lijkt opeens compleet anders. Nooit meer zal Chef het geheel als een geheel zien, maar altijd zal hij de beleving ervaren van de deeltjes van het geheel. Het gebouw waarvoor het beton door mensen is gemaakt met delfstoffen die ook door mensen zijn gewonnen. Bakstenen van klei, in de oven gebakken, door mensen gedolven en gemaakt. Het vuur van de oven, het transport van de stenen, de pallets waarop ze zijn vervoerd. Overal en altijd kwamen en komen er mensen aan te pas.
Wat hij vandaag beleefde is overigens niet zo opzienbarend als de ontdekking van het ik waarover psycholoog en schrijver Dolph Kohnstamm het boek Ik ben ik, de ontdekking van het zelf schreef. Op een dag keek de psycholoog naar een gefilmd interview met Jung. Jung vertelde hoe hij als elfjarige, op weg naar school, een nieuw inzicht kreeg. ‘Ik had het gevoel dat ik net uit een dichte mist was gestapt, en opeens dacht ik: nu ben ik ik.’ Dat besef: ik ben ik, en niemand anders’, en ook het plotselinge van die gewaarwording, fascineerde Kohnstamm onmiddellijk.
Een van de wonderlijkste dingen die een kind kunnen overkomen is het plotselinge besef dat hij iemand is. In het bewustzijn licht dat op als een overweldigend inzicht. Kinderen die voor het eerst in hun leven zo’n plotseling inzicht ervaren, zijn daar diep van onder de indruk, schreef Kohnstamm. Al eeuwen breken geleerden zich het hoofd over de vraag hoe fenomenen als bewustzijn en zelfbewustzijn mogelijk zijn. Het vermogen tot zelfreflectie ontstaat geleidelijk. Ontwikkelingspsychologen proberen te achterhalen hoe en wanneer kinderen tot zelfbesef komen. Het bewustzijn kan zich verheffen boven het denken om over dat denken zelf iets te denken en zo nodig onder woorden te brengen. Soms is er in die geleidelijke ontwikkeling opeens een sprong, een plotseling bewustzijn van zichzelf.
In het boek vertellen mensen over het moment dat zij het ik ben ik gevoel ervoeren. Sommigen raakten erdoor in paniek toen ze ervoeren dat zij ik zijn en niemand anders. ‘Ik ben de enige op de hele wereld die ik is, en niemand anders’.
Chef kan zich niet herinneren of en wanneer hij dergelijke gevoelens ervoer. Altijd weer heeft hij een zwevend gevoel, onbestemd ook, als hij over zijn ik nadenkt. En wie is het die over het ik van Chef nadenkt. Is dat een ander ik?