En weer kwam dat gevoel van die enorme kanteling van lang geleden bij mij boven toen ik een paar dagen geleden naar deel één van de door Philip Freriks gepresenteerde serie ‘In de voetsporen van de jaren 70’ keek. Het ging over het Holland Pop Festival in het Kralingse Bos in Rotterdam, in 1970. Een klein broertje van Woodstock met toch nog honderdduizend bezoekers. Wat een feest.
Ik luisterde naar het verhaal van een man – toen zeventien – die zich als hulpverlener (bijstaan van drugsnemers met bijwerkingen) had laten registreren bij de organisatoren. En zodoende achter de podia kon komen en gesprekken aangaan met internationaal bekende artiesten. Hij vertelde hoe die drie dagen de kijk op zijn leven veranderde, het gevoel van vrijheid dat levenslang zijn gedrag zou beïnvloeden.
Ik was toen een paar jaar ouder en kende een van de organisatoren van het festival. Ging erheen als journalist en kwam achter podia. Maar binnen een paar uur overkwam ook mij dat gevoel van totale vrijheid, of dat nou reëel is of niet. Ik luisterde naar live muziek die ik alleen van de grammofoonplaat kende of van radiozenders op zee. Het is zo moeilijk uit te leggen, die kanteling. Het was een zo andere wereld, dat popfestival, die bezoekers, die eenheid van genieten, het samenzijn. In die stromende regen soms. Met op de achtergrond aan de Plas de degelijkheid van twee zeer Nederlandse molens, in een ervan werd mijn moeder geboren. Twee werelden. Ik ging van de een naar de ander. De liefde van dat popfestival vormde mij tot nu toe.
Ik heb voor mezelf dit jaar uitgeroepen tot hippiejaar. Leven in vrijheid in een onvrije wereld. Uw eigen gekantelde.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.