De moeder van mijn vader was niet getrouwd met de vader van mijn vader. Ze leefden samen na een totaal mislukt huwelijk van mijn oma met een doodskistenmaker. Of het kwam door zijn beroep weet ik niet- zijn omzet was toch gestaag, maar de man was een zuipschuit waar ze in 1905 van scheidde. Kort daarna ontmoette ze Johannes Vink, met wie ze vier kinderen kreeg. Onder wie mijn vader. Mijn oma wettigde haar kinderen, ze droegen haar achternaam: Hoek. Mijn vader vertelde wel dat ze samen gelukkig waren.
Ik weet eigenlijk niks van mijn opa Vink, ik moet dat nog verder uitzoeken. Wel dat hij een befaamde dahliakweker was op Terbregge, eens het buitengebied van Rotterdam. Hij stierf op 3 januari 1935.
Mijn zoon eert zijn overgrootvader door zich Olivier Hoek Vink te noemen. Dat vind ik een mooie geste die ik voor een paar maanden, tot 30 maart van dit jaar, graag overneem. Dus ik stel jullie voor: Joop Hoek tot Vink.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.

M.J. Prins zegt
Kun je dan ook weer af-Vinken van je bucketlist?