Vijf jaar lang woonde en werkte ik ver van mijn geboortestad in een van de mooiste gebieden van Nederland. Met vennen, bossen, hagen, dorpen, gehuchten en steden. Vriendelijke en leuke mensen ook, ik woonde een tijdlang in een oude boerderij aan het eind van een 500 meter lang zandpad waar vossen, ganzen en reeën over het erf liepen, wandelde met Quintus, mijn hond, door de bossen en veengebieden, kortom, ik moest er gelukkig zijn.
In journalistiek opzicht groeide ik niet op de redactie van het dagblad waar ik werkte, ik voelde me belemmerd, het gebied waar de krant verscheen was al heel oud en de redactionele aanpak orthodox. En zo begon het te knagen. Wil ik dit wel? Wil ik hier ongelukkig worden? Ik sprak er met niemand over, ja, wel met de moeder van mijn kinderen, mijn partner toen. Over mijn twijfels en wat zij er van vond.
Elke dag reed ik met de auto of op de fiets naar de redactie of door het prachtige gebied, liep met de hond die het overal best vond waar zijn baas was, door bossen en zandverstuivingen en veengebieden, langs riviertjes en beken. Ik was niet per se ongelukkig maar voelde me unheimisch, niet thuis.
Op een dag gebeurde het, soms moet een ander een deur voor je openen om je de weg te wijzen. Maggie MacNeal zong op de radio Terug naar de kust en ik voelde me zo gelukkig. De kust, waar mijn jeugd voorbij ging. Waar mijn roots lagen.
Een paar maanden later fietste ik voor de laatste keer door het prachtige gebied dat ik ging verlaten. Terug naar de kust…
Moedig voorwaarts!
Mark zegt
Mooi!
Michel Ball zegt
mooi stuk Joop