Als honden met mekaar vechten is dat ook voor mensen – behalve de lieden die van hondengevechten houden, niet om aan te zien en te horen. Huid en haar, stukken oor, soms een oog, een poot, staart of wang vliegen door de lucht vanwege de scherpe tanden van honden.
Ik weet dat uit ervaring omdat ik vroeger bevriend was met een fotograaf die op een dag twee vechthonden kocht en daarmee door de stad ging wandelen. Op de Lijnbaan kwamen de man en honden een lieftallige rijst-met-krentenhond tegen, die dieren doen nog geen boeddhist kwaad, en er gebeurde mee wat ik hier boven beschreef. De fotograaf was tevreden, de honden deden waarvoor hij ze had aangeschaft: vechten en scheuren.
Ik vond het verschrikkelijk en sprak de fotograaf op het gedrag van zijn honden aan. Meer het veranderde niet. Op een dag wandelden wij met onze honden: hij met één vechthond en ik met mijn Rottweiler Quintus die een schande voor het ras was dat indertijd bekend stond als agressief en gewelddadig.
Kinderen en bejaarden werden door Rottweilers verscheurd en keurmeesters op kynologische hondenkeuringen durfden de eigenaar van zo’n Rottweiler niet te feliciteren met een eerste prijs: bang hun arm te verliezen. Quintus was een doetje, mijn twee kinderen sliepen bij hem in de mand.
Dus we wandelden die dag in een rustige omgeving zonder andere honden die verscheurd konden worden, valt de vechthond mijn Rottweiler aan die dacht dat de vechthond zijn vriend was. De vechter begon aan de wang van mijn hond te trekken, te scheuren, maar nam even een blaasje dat hem fataal werd, waarop Quintus de kop van de vechthond tussen de kaken nam en een tand de schedel van de vechter doorboorde. Hetgeen de fotograaf niet op prijs stelde.
Deze verschrikkelijke inleiding is de aanzet tot een vechtverhaal dat ik gisteren hoorde. Een vrouw loopt met haar hond langs een schutting rond een tuin waarin twee honden. De twee tuinhonden stormen op de andere hond af maar de schutting verhinderde dat het tot een daadwerkelijk gevecht komt. De hond van de vrouw steekt de neus door een gat in de schutting waarna de vrouw met hond met spoed naar de dierenarts moesten.
Ik vond het heel naar om het verhaal aan te horen, hond en vrouw zijn goedaardig, ik kon er bijna niet van slapen. Maar vandaag dacht ik dat je beter je neus niet in andermans zaken kan steken of je neus ophalen en doorlopen als je wordt aangevallen. Maar dat ligt natuurlijk niet in de aard van een hond.
Zelf ben ik in mijn leven twee keer door een hond aangevallen. Een keer tijdens een wandeling met de moeder van mijn kinderen op de Veluwe waar een grote herder mij naar de keel sprong en een keer door een hond van de directeur van het dagblad waar ik toen werkte. Ik was toen OR-voorzitter en waarschijnlijk deed de hond wat de directeur niet durfde.
De twee honden van mijn dochter grommen ook vervaarlijk tegen me als ik de kamer binnenstap. Ik waarschuw ze dan, praat tegen ze, zeg ze dat ik er persoonlijk voor zal zorgen dat ze naar het aller slechtste asiel van Nederland gaan, als ze niet ophouden. Dan kwispelen ze weer.
Gelukkig gaat het met de neus van de hond die gisteren werd gebeten goed.
Moedig voorwaarts!