Ik hoorde ze al vanaf een flinke afstand praten, de huismeester van het Kloosterbunkercomplex en een boze medebewoner. ‘Ik scheld ze de tering’, zei de bewoner. Ik was ze nu genaderd en vroeg wat er aan de hand was.
Er bleek veel onrust onder de bewoners te zijn ontstaan door het verhogen van de gasprijs en de bijdrage daarin door de bewoners voor de centrale verwarming in het gebouw, de verhoging kan wel oplopen tot duizend euro per jaar, bovenop de bijdrage in de kosten die nu al wordt betaald.
‘Ik scheld ze de tering’, herhaalde de boze man. ‘Ze’ is het kantoor dat namens de verhuurder servicekosten en huur incasseert. Rotterdammers zijn meester in het bedenken van scheldwoorden. ‘Vergeet de vinkentering niet’, zei ik tegen de boosaard. ‘Krijg de vinkentering’, zei de man in het algemeen.
Ik weet niet of een vink de tering kan krijgen, moeite heeft met ademhalen, sterk vermagerd is. Het klinkt wel heel dreigend.
Moedig voorwaarts!