De foto hierboven uit omstreeks 1977 is van een boerderij in het Overijsselse Buurse, vlak bij de grens met Duitsland. Ik woonde er met mijn vrouw en dochter van een paar maanden oud, mijn lieve Rottweiler Quintus en de twee katten Kiki en Bas. De boerderij had een deel met hoge deuren die ook voor de helft geopend konden worden, die ik ook gebruikte om er binnen te gaan. De voordeur werd nooit gebruikt. Er was genoeg ruimte, een woonkamer, slaapkamers en een keuken. Op de vloer lagen gebakken tegels in het eeuwenoude zand, als een mol actief was, kon je een deur niet meer openen of viel je te barsten.
De boerderij lag aan het eind van een zandpad dat op de doorgaande weg uitkwam. In de zomer en herfst groeide op de akkers rond de boerderij mais en tarwe. Reeën en ganzen scharrelden rondom. We waren jong en net uit een wereldstad vertrokken naar Twente met gesloten textielfabrieken en een eigen cultuur. Het was ons niet vreemd, die omgeving, de boerderij, we genoten ervan. Vrienden en familie bezochten ons, maakten kennis met het gebied en met de boerderij.
Vaak ging ik op de fiets naar mijn werk in het nabijgelegen Enschede. Met Quintus liep ik over droge plekken in het nabijgelegen moerasgebied, waar je vast kon raken en verzuipen. We hielden van avontuur. We wisten nooit of we de grens met Duitsland overschreden. De grenspolitie wel, die nam illegale grensoverschrijders mee naar Bonn, je was toch gauw twee weken uit de ether.
De boerderij lag in een noabor gebied. Nabuurschap was er een groot goed. Als een buur stierf was het gewoonte dat het lichaam op de deel of thuis werd opgebaard en dat de buren het sterven gingen aanzeggen in de omgeving. Meestal werd bij elke aanzegging wel een borrel geschonken, zodat je ’s avonds niet meer wist wie er nu eigenlijk dood was. Zo ging het ook met geboortes. Bij het afscheid nemen zeiden we tjuss.
De boerderij is al zo vreselijk lang geleden, ik word er weemoedig van. Mijn dochter heeft nu zelf twee kinderen, van haar moeder ben ik gescheiden. Quintus, Kiki en Bas zijn gestorven. Alleen de boerderij staat er nog in het Twentse land. Een paar jaar geleden ben ik er nog geweest. De huidige eigenaar wist me nog wel te herinneren, van de verhalen.
Moedig voorwaarts!