Vitamine d is belangrijk voor het menselijk lichaam. Het maakt botten sterker en heeft een positief effect op het humeur. Veel mensen hebben echter te kampen met een vitamine d-tekort. Dat kan leiden tot een neerslachtige stemming.
Ik ben opgegroeid met levertraan. Als kind moest ik van mijn moeder elke dag een lepel van dat smerige spul innemen. Goed voor je botten, zei mijn moeder. Nou dat is niet waar. Onlangs belde een museum met skeletten van oude en uitgestorven dieren en vroeg of ik na mijn dood -met de nadruk op na- mijn totaal versleten skelet wil doneren aan dat museum. Een gebaar van dana, zei die ambtenaar die zich in mijn cv had verdiept.
Omdat ik niet graag bekeken word, ik verblijf meestentijds in de Kloosterbunker waar geen streepje zonlicht door de luiken valt- en schuw zogenaamde sociale bijeenkomsten, op de snelweg trek ik een rode bivakmuts over het hoofd (geen gangster, staat erop) om niet herkend te worden, heb ik het verzoek tot bijzetting afgewezen. Je weet ook nooit wat voor bordje dat museumpersoneel bij mijn skelet zou zetten. Voor je het weet ziet het publiek: ‘Door gebrek aan vitamine d totaal versleten journalist’ of ‘Jong gestorven boeddhist’ of ‘Vreemde snoeshaan’ of ‘Neerslachtig figuur’. Je weet het nooit met tekst, die kan zomaar verkeerd geïnterpreteerd worden. Je krijgt postuum een stempel opgedrukt, bijvoorbeeld die van een neerslachtig persoon.
Ik zit al heel wat jaartjes te zitten, mediteren noemen ze dat. Ik leef altijd in het nu, dat besef heb ik wel. Het is een waarheid als een koe, tegeltjeswijsheid. Mijn boeddhistische leraar zegt: van vroeger kan je geen chocola bakken en morgen komt vanzelf. Daarom is het nu altijd nu. Soms vergeet ik het en ben dan boos over verlummelde tijd. Ik zou wel een klok willen hebben met een klein vogeltje dat elke seconde nu, nu, nu, nu zingt.
Ik wil u voorstellen aan Sombermans, een figuur die ik zeer liefheb maar die ook niet mijn ik is. Sombermans is mijn alter ego, af en toe komt hij op bezoek en bekritiseert dan van alles en nog wat. Hij is ook een azijnzeiker, maar ik heb hem zo lief omdat hij spiegelt. Door zijn beeld, zijn schets, zie ik ook de andere kant van de zaak. De vrolijke, compassievolle wereld. Zeg maar de wereld die je krijgt als je wekenlang aan een vitamine-infuus hebt gehangen. Dat je denkt dat je Toon Hermans bent of Heintje Davids of Louis Neefs. Of Bruce Springsteen.
Met Sommie besprak ik het advies om vitamine d te gaan slikken. Ben je neerslachtig, heb je wanen, vroeg hij. Nee, zei ik, niet dat ik weet, steek goed in m’n vel. Ik voel me zelfs geen boeddhist, ben meer een volger van die vogel, zoals de Boeddha in het meditatiecentrum van Tegen de Stroom in werd genoemd. Ik voel me okay. Helemaal nu. En beleef elke seconde van de dag. Maar blijf wel kritisch. Of is dat vreemd? Is nu ook kritiekloos, Sommie?
Sommie schudde zijn hoofd. Dat spul niet slikken, adviseerde hij. Ja, maar kan ik dan wel het nu van het moment zien en (h)erkennen, vroeg ik de alter, voor ik het weet loop ik achter. Ik wil wel graag het nieuwe jaar op tijd beginnen. Je hoeft niks te erkennen, oliebol, zegt Sommie, gebruik je ogen, doe die luiken open van de Kloosterbunker en je ziet wat voor weer het is. Daar heb je geen pilletjes A, B, C of D voor nodig. Je kunt niet zeggen dat het niet regent als het regent. Het kan nu regenen en over een uurtje ook nog, nog steeds in het nu. Zestig minuten maal zestig seconden. Als je buiten bent is dat wel erg veel nu en nat. Accepteren okay, maar je mag het wel takkeweer vinden. Of een paraplu opsteken om je te beschermen. Je hebt een eigen, vrije wil. En een eigen paraplu. Doei.
Moedig voorwaarts!
Gerry Verbeek zegt
Ha Joop, genoten heb ik van jouw ‘je weet het maar nooit’ teksten dit afgelopen jaar: ik heb er mijn hart bij opgehaald en aan verwarmd. (H)eerlijk proza van de bovenste plank. Maar ach, dat is ook maar weer tekst…